Dinsdag 14 november 2023

Dinsdag 14 november 2023
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
ANT2+Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Dinsdag 14 november 2023

Slide 1 - Diapositive

Lezen

Slide 2 - Diapositive

Rekenen in je boek.

Slide 3 - Diapositive

Pauze tot 10.30 uur.

Slide 4 - Diapositive

Thema 6 - Film

Slide 5 - Diapositive

niks
  • geen enkel ding 
  • niets
  • helemaal leeg
  • zin: Ik heb niks fout gedaan.
  • zin: Zij hebben niks te eten.
  • zin: Er staat niks in de kamer.
25

Slide 6 - Diapositive

nou 
  • nu
  • zin: Kom nou
  • woordje dat je ergens tussen zegt
  • zin: We liepen in het bos en nou, toen begon het te regenen.
  • zin: Nou, wat is dat?
26

Slide 7 - Diapositive

oké
  • goed
  • prima
  • zin: Ga je morgen mee naar de stad? Oké
27

Slide 8 - Diapositive

het oog
  • twee ronden dingen in je gezicht
  • je kijkt er mee 
  • het oog - de ogen
  • zin: Zij heeft bruine ogen.
  • zin: Hij heeft iets in zijn oog.
28

Slide 9 - Diapositive

ook
  • net zo als iemand anders
  • net zo als iets anders 
  • zin: Ik wil ook mee.
  • zin: Ik ga ook naar school.
  • zin: Hij mag ook een nieuwe broek kopen.
29

Slide 10 - Diapositive

de ouder
  • de vader
  • de moeder 
  • de ouder - de ouders
  • zin: Mijn ouders wonen in Duitsland.
  • zin: Mijn vader en moeder zijn lieve ouders.
30

Slide 11 - Diapositive

Waar staat hier niks geschreven?
25
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Wat hoort er bij: niks?
25

Slide 13 - Question de remorquage

Wat zeg je .......?
26
A
tuin
B
waarom
C
nou
D
want

Slide 14 - Quiz

Welke zin is goed?
26
A
Nou moe!
B
Nou en?
C
En nou is het klaar!
D
En nou ga ik echt!

Slide 15 - Quiz

Ik vind het goed!
27
A
Ik vind het irritant!
B
Ik vind het raar!
C
Ik vind het stom!
D
Ik vind het oké!

Slide 16 - Quiz

Schrijf een ander woord voor
goed, prima
27

Slide 17 - Question ouverte

Ik kijk met twee .......... naar mijn boek.
28
A
ooren
B
oogen
C
ogen
D
oren

Slide 18 - Quiz

Welk woord?
28

Slide 19 - Question ouverte

Ik wil ............. graag fietsen! Net zoals mijn zusje!
29
A
ok
B
ook
C
niks
D
liefst

Slide 20 - Quiz

Ik wil dat ............. graag doen!
29
A
ok
B
ook
C
niks
D
liefst

Slide 21 - Quiz

De docenten zijn ............. dan de leerlingen.
30
A
auder
B
ouder
C
onder
D
uoder

Slide 22 - Quiz

Mijn vader en moeder zijn mijn
.........................
timer
1:00
30

Slide 23 - Question ouverte

Een ander woord voor
goed, oké.
31
A
matig
B
voldoende
C
prima
D
mwah

Slide 24 - Quiz

Thema 6 - Film

Slide 25 - Diapositive

prima
  • heel goed
  • zin: Hoe gaat het? Prima!
  • zin: Jullie hebben de toets prima gemaakt. 
31

Slide 26 - Diapositive

rustig
  • niet druk
  •  niet in beweging
  • zin: Ik woon in een rustige straat; er rijden bijna geen auto's.
  • zin: Ik zit rustig op de bank.
32

Slide 27 - Diapositive

sorry
  • sorry zeg je als je iets fout doet
  • zin: Sorry, heb ik je pijn gedaan?
  • zin: Sorry dat ik te laat ben! 
33

Slide 28 - Diapositive

spannend
  • je wordt er een beetje bang of nerveus van
  • je wilt heel graag weten hoe het verder gaat, bijvoorbeeld bij een boek of een film
  • zin: Ik kijk naar een spannende film. 
  • zin: Het boek is spannend.
34

Slide 29 - Diapositive

spelen (ww)
  • 1) een spel of sport doen
  • 2) met speelgoed 
  • 3) muziek maken
  • werkwoord : ik speel - wij spelen
  • zin: Hij speelt met de andere kinderen.
  • zin: Zij speelt gitaar. 
35

Slide 30 - Diapositive

steeds
  • elke keer weer
  • de hele tijd
  • nog steeds: na een lange tijd hetzelfde gebleven 
  • zin: Ze heeft me nog steeds niet gebeld.
  • zin: Hij komt steeds te laat.
36

Slide 31 - Diapositive

Een ander woord voor
goed, oké.
31
A
matig
B
voldoende
C
prima
D
mwah

Slide 32 - Quiz

Zullen we naar de film gaan?
Ja, ...............!
31

Slide 33 - Question ouverte

Deze straat is .................
32
A
druk
B
spannend
C
rustig
D
actief

Slide 34 - Quiz

Kleine kinderen zijn meestal ............, ze maken veel geluid.
Volwassenen zijn meestal ...............,, dan hoor je minder geluid.
32
A
klein - rustig
B
rustig - druk
C
druk - rustig
D
groot - klein

Slide 35 - Quiz


..........., mag ik er even langs?
33
A
Bovendien
B
Sorry
C
sorry
D
naar

Slide 36 - Quiz

..........., ik ben te laat!
33

Slide 37 - Question ouverte

timer
3:00
34
Wat vindt jij spannend?

Slide 38 - Carte mentale

Spannend! Waar zie je dat?
34
A
B
C
D

Slide 39 - Quiz

Maak de goede vervoeging van het ww: spelen

Ik ........... gitaar, zij .............. piano.
Jullie ............. graag buiten, maar wij ........... graag binnen.
35

Slide 40 - Question ouverte

Maak een zin met het werkwoord:
spelen
timer
3:00
35

Slide 41 - Question ouverte

Het woord: 'steeds' betekent..................

(er zijn meer goede antwoorden)
36
A
nooit
B
hetzelfde gebleven
C
elke keer weer
D
opnieuw

Slide 42 - Quiz

Welke zin is goed?
36
A
Op steeds hebben we sport.
B
Steeds is het dinsdag.
C
Mijn tafel is steeds.
D
Hij pakt steeds mijn pen.

Slide 43 - Quiz

Welke zin is goed?
36
A
Op steeds hebben we sport.
B
Steeds is het dinsdag.
C
Mijn tafel is steeds.
D
Hij pakt steeds mijn pen.

Slide 44 - Quiz