T2 - 1.1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

1.1 China

Bevolking en Ruimte

Wat weet je aan het einde van deze les? (leerdoelen)

1. Je kunt beschrijven welke drie trappen er zijn in het reliëf van China.

2. Je kunt uitleggen waarom de bevolking in China ongelijk verspreid is.

3. Je kunt de gevolgen van de bevolkingspolitiek in China beschrijven.

Leeg westen, vol oosten.

West China = dunbevolkt (weinig mensen)

--> te koud, te droog

Oost China = dichtbevolkt (veel mensen)

--> veel steden

West-China is droog, Oost-China is nat.

Reliëf (=hoogteverschil):
3 trappen

1. Donkerbruin = Tibetaans Hoogland (+4500m).

Hier is er toendra

Toendra

• Bevroren ondergrond (permafrost).
• Hierdoor kan er niets/ weinig groeien. 

Reliëf (2)

2. Middenbruin = hoogvlakten (1000 - 2000m hoog). => woestijn.

3. Geel/groen = laagvlakten (0 - 200m hoog). => steden, mensen, delta's van rivieren.

Waar woonden de meeste mensen in China?

In het Oosten

In het Westen

Waar is het droog in China?

In het Westen

In het Oosten

Waarom kan er weinig/niets groeien in een toendra gebied?

Bevolkingspolitiek = De Chinese regering probeert de omvang en de spreiding van de bevolking te veranderen.

• Eenkindpolitiek = vroeger was het verboden in China om meer dan één kind te krijgen. 

Voordeel: bevolkingsgroei tegengaan.

Nadeel: vergrijzing (alleen maar oude mensen).

• (Ook wordt er geprobeerd het westen van China aantrekkelijker te maken, zodat meer mensen hiernaartoe verhuizen.)

Vergrijzing door: alleen maar ouderen door eenkindpolitiek & een hoge levensverwachting (mensen worden ouder).

Soorten bevolkingsdiagrammen

Maken:

Opdracht 3, 4, 5, 6a, 7.

• Samenwerken mag, wel fluisterend.