5vwo week 12

WEEK 12 5VWO
CLASSE DE PREMIÈRE
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WEEK 12 5VWO
CLASSE DE PREMIÈRE

Slide 1 - Diapositive

Devoirs étaient:
  1. CE: maken ex. 1A,3 leçon 1 (p20,21)=> luisterfragmenten staan op Teams
  2. LE: leren nos outils p39, P.41 en 44 no.1, 2, 3 + vos notes

Zie studiewijzer op Magister.

Slide 2 - Diapositive

mardi 22 novembre

 programme:
  • kort bespreken huiswerk (CE p. 20-21 
  • Nos outils p.41: les mots à connaître se trouvent sur quizlet
  • LE p.42. Mouvements - un texte
  • tel (que)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

CE p. 21 ex. 3
EXEMPLE:
Si j'étais une peinture, je serais un paysage, parce que j'aime être dans la nature. La forme de ma toile serait un rectangle pour ne pas distraire le public. Pour donner du relief  il y aurait des collages et mes couleurs seraient chaudes, comme l'automne, ma saison préférée......

Slide 5 - Diapositive

Objectifs de l'activité -LE p.42

Compréhension écrite d’un texte long
Expression de l’intensité et du crescendo

Slide 6 - Diapositive

exercice 1A,B,C,D
Répondez aux questions A.
==> Puis: répondez aux questions de votre prof:
voir prochain dia:
==> Puis: compare ta liste avec celle de votre voisin(e). (B)
==> Finalement: fais les activités C et D.

Enfin la prof vous expliquerai l'emploi du mot "TEL".

Slide 7 - Diapositive

trouve les synonymes
Trouve individuellement dans la première colonne du texte les synonymes des mots suivants :
« un danseur novice ou non confirmé » 
« sévère »  
« un obstacle » 
« aider financièrement  »
Même tâche pour la deuxième colonne :
« montrer »  
 « un endroit dans l’école où les apprenants restent pour dormir » 
«« abandonner » (« renoncer à »)
timer
10:00

Slide 8 - Diapositive

Colonne 1:
« un danseur novice ou non confirmé » (« danseur en herbe »), 
« sévère » (« drastique » et « rude »), 
« un obstacle » (« une embûche »), 
aider financièrement (« subventionner »). 
 La deuxième colonne :
« montrer » (« faire montre de »), 
« un endroit dans l’école où les apprenants restent pour dormir » (« un internat ») 
« abandonner » (« renoncer à »)

Slide 9 - Diapositive

Tel-Tel que (etc.)
Geeft intensiteit weer: 
  • Le niveau est tel que les étudiants consacrent tout leur temps aux études. Zodanig/dusdanig dat.
  • Une telle couleur est considérée moche. Zo'n.
  • Leur désir de danser est tel qu'ils sacrifient tout. Dusdanig/zodanig dat.
Je kunt er een voorbeeld mee introduceren:
  • Des artistes tels que Modigliani sont célèbres dans le monde entier. Zoals (bijvoorbeeld).

Slide 10 - Diapositive

mercredi
We bespreken VT 5.1.
Bekijk je toets en noteer voor jezelf in je schrift hoe je hebt gescoord op de onderdelen:
1)
  • lezen (=T)                        28pt
  • Schrijven (=I)                 21pt
  • gramm/voc (R).            22pt
2) Noteer voor jezelf op welk onderdeel je goed hebt gescoord + noteer op je toets. De docent gebruikt dit voor RTTI-magister
     Was dat wat je had verwacht? Ja/nee. Leg uit.
3) Welk onderdeel heb je niet goed gedaan? 
     Was dat wat je had verwacht? Ja/nee. Leg uit.
4) In periode 2 komt in de toets iets meer nadruk te liggen op schrijfvaardigheid. Weet je al wat je daarvoor kunt doen om je voor te bereiden?  Noteer. 

Deze informatie is voor jezelf, en kun je bespreken met je vakdocent en/of je mentor. Het is een basis voor je 3hoeksgesprek.

Slide 11 - Diapositive

VT 5.1 - RTTI
lezen = T: 
o=14,5pt
v=15-22pt
g=22,5pt +
schrijven = I:
o=11pt
v=11,5-16,5pt
g=17pt +

lexique/grammaire = R:
o=11,5pt
v=12-17pt
g=18pt +

Slide 12 - Diapositive

opm. VT 5.1
Vr6: het gaat om de mening van de directeur! Dus "acceptable".
Vr10: Hawa is bang voor de roltrap: bij het zien van de roltrap roept ze: "au secours......peur"

Slide 13 - Diapositive

Jeudi 
luisteren Cito 5havo
Samen oefenen met luisterdeel

Slide 14 - Diapositive

Rappel
Je hebt goede aantekeningen van les beaux-arts:
  1. voorbeelden van stromingen kunst (bijv. modern, avant-garde etc.)
  2. kunstvormen (schilderkunst, architectuur etc.)
  3. kleuren 
  4. materialen (peinture, marbre, toile etc.)
  5. adjectifs voor kunst en kleuren


Slide 15 - Diapositive

devoirs
  • leren: TEL QUE p44
  • Leren: Quizlet unité 3
  • Leren: je aantekeningen van periode 2 tot nu toe
  • Maken: CE p. 22-23 ex 1 -2 
+ p. 24-25 ex. 1 A,B en 2

>> woensdag 30 november formatieve schrijfopdracht


Slide 16 - Diapositive

meesja wil toetstekst nog eenmaal zien

Slide 17 - Diapositive