Grammar recap U3



welcome



Pak je laptop erbij, we beginnen als de timer voorbij is.
timer
2:00
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon



welcome



Pak je laptop erbij, we beginnen als de timer voorbij is.
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

FOR TODAY
Activiteiten:
  • Herhaling grammatica

Lesdoel: "Je hebt geoefend met alle grammatica van Unit 3"

Slide 2 - Diapositive

Woordvolgorde
Engelse zinnen hebben 2 vaste volgordes, dit is de eerste:
WIE
DOET
WAT
WAAR
WANNEER
John
plays
football
in the park
on Wednesday.

Slide 3 - Diapositive

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
Billy
went
next door
5 minutes ago

Slide 4 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
the
our tests
is going
to check
teacher
at home
tonight

Slide 5 - Question de remorquage

Woordvolgorde
Hopelijk ging dit goed.

Nu gaan we het hebben over woorden die aangeven hoevaak iets gebeurt.
Dit zijn woorden zoals: altijd, nooit, vaak, zelden enz.

Slide 6 - Diapositive

Woordvolgorde
Woorden zoals:




staan altijd voor het werkwoord in de zin, maar na am, is, are of was, were.
always
usually
sometimes
never
often
altijd
meestal / gewoonlijk
soms
nooit
vaak
I sometimes shop online.
John is never on time.

Slide 7 - Diapositive

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
usually
I
go shopping
on Saturdays

Slide 8 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
on time
She
is
never
for class
on Friday

Slide 9 - Question de remorquage

Woordvolgorde
Als het goed is begrijp je nu hoe de volgorde van Engelse zinnen gaat.

kort samengevat:
WIE     DOET     WAT     WAAR     WANNEER

Woorden zoals always, usually, never enz. die komen voor het WERKWOORD,
maar na: am, is, are, was, were

Slide 10 - Diapositive

Tag questions 

Slide 11 - Diapositive

Tag questions
Als de zin bevestigend is, is de tag question ontkennend.

Als de zin ontkennend is, is de tag question bevestigend.

Slide 12 - Diapositive

Tag questions
am -> aren't
are -> aren't
is    -> isn't
am not -> am
aren't    -> are
isn't       -> is

Slide 13 - Diapositive

You don't understand this, .... ......?
A
does you
B
do you
C
will you
D
don't you

Slide 14 - Quiz

You can't believe your eyes, ...... ....?
A
can you
B
can't you
C
will you
D
won't you

Slide 15 - Quiz

My uncle loves pizzas, ....... ....?
A
doesn't he
B
loves he not?
C
don't he?
D
does he?

Slide 16 - Quiz

Much/many/few/little
Telbare woorden
Niet telbare woorden
A few books
een paar boeken
A little water
een beetje water
Few books
weinig boeken
little water
weinig water
many books
veel boeken
much water
veel water

Slide 17 - Diapositive



Uitleg

Wolf
Water
Car
House
Sand
Book
Music



Welke van deze woorden zijn telbaar? 

Slide 18 - Diapositive



Uitleg

Wolf
Water
Car
House
Sand
Book
Music



Welke van deze woorden zijn telbaar? 

Slide 19 - Diapositive

Much/many/few/little
Telbare woorden
Niet telbare woorden
A few books
een paar boeken
A little water
een beetje water
Few books
weinig boeken
little water
weinig water
many books
veel boeken
much water
veel water

Slide 20 - Diapositive

There are ________ books on the shelf.
A
little
B
much
C
few
D
many

Slide 21 - Quiz

She has ________ time to finish the task.
A
few
B
many
C
little
D
much

Slide 22 - Quiz

Mark has ______ cars because he is rich.
A
few
B
many
C
little
D
much

Slide 23 - Quiz