Wonen / woorden in huis

Taalklas 
Dinsdag
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

Taalklas 
Dinsdag

Slide 1 - Diapositive

Hiep hiep hoera voor Lyusi

Slide 2 - Diapositive

Welke datum is het vandaag?

Slide 3 - Question ouverte

Welke dag en datum is het morgen>

Slide 4 - Question ouverte

Welk jaargetijde is het?
A
zomer
B
herfst
C
winter
D
lente

Slide 5 - Quiz

Taalklas van 7 november
  • Lesson up: het huis
  • samen lezen werkbladen
  • Opdrachten maken
  • Thema 1 taak F Blz 84/85
  • samen lezen boek
  • Numo 

Slide 6 - Diapositive

wonen is een werkwoord/doe-woord.
Wat is goed?
A
ik woon, jij woont
B
ik stel, jij stelt,
C
Hij woont, wij wonnen
D
hij wont, wij wonen

Slide 7 - Quiz

Wat is een geen ander woord voor wonen?
A
verblijven
B
gevestigd zijn
C
verhuizen

Slide 8 - Quiz

werkwoord wonen

Ik heb.......................in Amsterdam
A
gewonen
B
gewond
C
gewoond

Slide 9 - Quiz

Schrijf zoveel mogelijk woorden op die met het huis te maken hebben.

Slide 10 - Question ouverte

Wat is een ander woord voor muur?
A
wand
B
want

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Wat zag je op de afbeelding?

Slide 13 - Question ouverte

Wat betekent dit bord
A
Bel aan de voordeur voor hulp
B
Hier is een brandmelder

Slide 14 - Quiz

Wat betekent de uitdrukking/gezegde: balen als een stekker
A
het is niet zo erg
B
er genoeg van hebben
C
de stekker past niet
D
als je te snel wil, lukt het niet

Slide 15 - Quiz

Werkbladen: "veilig in huis"
lezen en vragen maken

Slide 16 - Diapositive

Starttaal Instap
Nederlands
Deel B
Taal op het werk


Slide 17 - Diapositive

We gaan samen lezen

Slide 18 - Diapositive

Numo

Slide 19 - Diapositive

Afsluiting
Wat vond je van de les????

Slide 20 - Diapositive