Staal blok8.2 les 4
1 / 21
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
theewoorden
Slide 2 - Carte mentale
caféwoorden
Slide 3 - Carte mentale
In welke tijd staat het woord:
zij bleef
zij bleef
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd
Slide 4 - Quiz
In welke tijd staat het woord:
jullie hebben gelachen
jullie hebben gelachen
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd
Slide 5 - Quiz
In welke tijd staat het woord:
wij duwen
wij duwen
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd
Slide 6 - Quiz
Wat is de verleden tijd van:
ik werp
ik werp
Slide 7 - Question ouverte
Wat is de voltooide tijd van:
Jasper snijdt
Jasper snijdt
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Dictee
Woord 1 (luister naar juf)
Woord 1 (luister naar juf)
Slide 10 - Question ouverte
Dictee
Woord 2 (luister naar juf)
Woord 2 (luister naar juf)
Slide 11 - Question ouverte
Dictee
Woord 3 (luister naar juf)
Woord 3 (luister naar juf)
Slide 12 - Question ouverte
Dictee
Woord 4 (luister naar juf)
Woord 4 (luister naar juf)
Slide 13 - Question ouverte
Dictee
Woord 5 (luister naar juf)
Woord 5 (luister naar juf)
Slide 14 - Question ouverte
Dictee
Woord 6 (luister naar juf)
Woord 6 (luister naar juf)
Slide 15 - Question ouverte
Dictee
Zin (luister naar juf)
Zin (luister naar juf)
Slide 16 - Question ouverte
In het zuiden grenst Nederland aan B...
Slide 17 - Question ouverte
Een zwart-witte vogel op de Zuidpool is een p...
Slide 18 - Question ouverte
Een versiering gemaakt van gekleurde steentjes is een m...
Slide 19 - Question ouverte
Iemand die geen vlees eet is een v...
Slide 20 - Question ouverte
ei-woorden
ij-woorden
de tw..fel
de font..n
w..nig
de bladz..de
de ..staart
p..nlijk
de z..lboot
het ..land
