4.1; De industriële revolutie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

4.1; De industriële revolutie

Programma van vandaag

•  leerdoelen (5 min)
• Leerstof behandelen (20 min)
  
• Video (5 min)
  

• Zelfstandig aan het werk (30 min)
• Bonus video?
  

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat industrialisatie inhoudt.

De eerste fabrieken

• In de tweede helft van de 18e eeuw ontstonden in Groot-Brittannië de eerste fabrieken.
• Industrialisatie: De opkomst van productie                                       in fabrieken.

De eerste fabrieken

• Deze industrialisatie kwam op gang door de grote vraag naar textiel producten: textielnijverheid
• Er werden nieuwe uitvindingen gedaan en deze machines paste niet in het gemiddelde huis: Van huisnijverheid naar fabrieksnijverheid

Spinnewiel

Spinning Jenny

James Watt

• Begin 1700: Eerste stoommachines, maar deze behaalde geen rendement
  
• Schotse ingenieur James Watt die wordt beschouwd als de uitvinder van de moderne stoommachine
• Rond 1760 verbeterde Watt de bestaande                                         stoommachines, later ook gebruikt bij de                      stoomlocomotief
  

Werkplaats James Watt

Zelfstandig aan het werk

• Weektaak: Paragraaf 4.1
  
• Opdrachten 1 t/m 13

Bespreken bronopdracht

De industriële revolutie

Programma van vandaag

• Absenten / vorige les / leerdoelen
  
• Leerstof behandelen
  

• Werken aan weektaak
  
• Toets bespreken
  

Leerdoelen

• Je kunt de belangrijkste oorzaken noemen van de industrialisatie.

• Je kunt uitleggen waarom we spreken van een industriële revolutie.

Oorzaken van de industrialisatie

• Grootgrondbezitters kochten nog meer land op en benutten hun grond op een efficiëntere wijze.
• Toename voedsel         bevolkingsgroei         toenemende vraag naar textiel.
  
• Aantal arbeidskrachten nam toe.
• Goedkope grondstoffen uit koloniën & grote voorraad steenkool en ijzererts in G-B

Gevolgen van de industrialisatie

Gevolgen van de industrialisatie

• G-B veranderde van een agrarisch - stedelijke samenleving in een industriële samenleving.
• Huisnijverheid maakte plaats voor massaproductie.
• Grondstoffen moesten vervoerd worden dus kwam er een betere infrastructuur.
• Urbanisatie: Toenemende groei van de stedelijke gebieden.
• Sterke toename van luchtverontreiniging.
  

Kaart van de Engelse en Schotse spoorlijnen van 1850

Zelfstandig aan het werk

• Weektaak: Paragraaf 4.1
  
• Opdrachten 1 t/m 13
  
• 
  

Toets bespreken

• Controleer je antwoorden en luister naar de uitleg.
• Klassikale vraag? Steek je vinger op.
• Individuele vraag? Na de bespreking aan mijn bureau.