V2A herhaling democratische cultuur

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapsonderwijsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Welke macht heeft Kamerlid Senna Maatoug?
A
Uitvoerende macht
B
Wetgevende macht
C
Rechterlijke macht
D
Trias Politica

Slide 11 - Quiz

Welke macht heeft minister Franc Weerwind?
A
Uitvoerende macht
B
Wetgevende macht
C
Rechterlijke macht
D
Trias Politica

Slide 12 - Quiz

Wat is het verschil in machten tussen Geert Wilders en Mark Rutte?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Hoeveel Kamerleden heeft de Eerste Kamer?
A
225
B
150
C
100
D
75

Slide 22 - Quiz

Wat doet de Eerste Kamer?
A
Zij stemmen over wetten. Zij doen de eerste check en daarna gaat een wet naar de Tweede Kamer
B
Zij stemmen over wetten. Zij doen de laatste check na de Tweede Kamer.

Slide 23 - Quiz

Welke twee taken heeft de wetgevende macht?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Wie zitten er in de regering?
A
Ministers + staatssecretarissen
B
Koning + ministers

Slide 31 - Quiz

Wie komen er in de regering?
A
Een partij die de verkiezingen heeft gewonnen
B
Een partij die verkiezingen heeft verloren
C
Partijen die een meerderheid hebben in de Tweede Kamer

Slide 32 - Quiz

Wie is de leider van het kabinet?

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Wanneer je jezelf verkiesbaar stelt voor de verkiezingen spreken wij van...
A
Directe democratie
B
Indirecte democratie
C
Actief kiesrecht
D
Passief kiesrecht

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive