Klas 3 Unité 2 Français

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Unité 2 - Hauts-de-France

Que faire, que voir, que visiter?

Collage- Hauts-de-France

1. Fait un collage des Hauts-de- France avec une description.

8 photos

Denk aan: landschap,monumenten,eten,cultuur,bekende mensen etc.

Lever het in door op de link in de volgende slide te klikken.

https:

Zoek op internet: wat is een département? Waarmee kan je het vergelijken in het Nederlands?

Zoek: les départements des Hauts de France

Le Pas de calais

La Somme

Le Nord

L'Aisne

L'Oise

Quelle est la capitale de la région Hauts-de France?

À toi: faire exercices 3+4

Klaar: Leren apprendre 1+2  P87/88

https:

Exercice 7

La négation

Traduis les phrases

Julie n'aime pas l'école.

Kamil n'a pas encore 15 ans.

Nathan ne va plus en ville. 

Tu ne parles jamais à Jean? 

Vous n'allez rien acheter? 

Je ne vois personne? Vervang quelqu'un door personne, vergeet niet de ne voor pv te zetten.

Ne...... pas

Ne...... rien

Ne...... plus

Ne...... pas encore

Ne...... personne

Ne...... jamais

Niet

niet meer

niks

nooit

nog niet

niemand

https:

https:

https:

platea.pntic.mec.es

Faire: 5,6

devoirs: 10

Faire exercices : 13, 14

De toekomende tijd

Demain je partirai à la mer avec mes copines.

Nous nagerons ensemble. Mon frère sera là aussi.

Il jouera du piano dans le salon.

Vous aurez de la farine?

Je serai très contante.

Le futur: Ik zal ......

Regel bij regelmatige werkwoorden: 

Stap 1: Neem het hele werkwoord.

exemple: manger, regarder, finir, partir etc.

Stap 2: Plak de juiste uitgangen achter het

hele werkwoord.

je- ai ; tu- as, il,elle,on- a ; nous-ons; vous-ez ;

ils,elles meervoud: ont

Ont

Onregelmatig: zijn en hebben

Stam être: ser

Stam avoir: aur

onregelmatige stammen

Pourr= stam: pouvoir = hele werkwoord : kunnen                        

tiendr: tenir: vasthouden

Mettr: mettre: neerleggen--> eindigt het werkwoord op een e? haal die weg

ir: aller: gaan

viendr: venir: komen

saur: savoir: weten

voudr: vouloir: willen

fer: faire: doen/maken

Ik

Jij

Hij

Zij (👩🏼)

Wij / Men

Wij

Jullie / U

Zij (👩🏼👩🏼)

Zij (👨🏽👨🏽)

Je

Tu

Il

Elle

On

Nous

Vous

Ils

Elles

Sleep de uitgangen van de futur simple naar de juiste plek.

ai

as

a

ons

ez

ont

je partir

tu partir

il, elle on partir

nous partir

vous partir

ils, elles partir

https:

https:

https:

Sleep de uitgangen naar de juiste tijd & persoon.

futur simple

je

tu

il / elle / on

nous

vous

ils / elles

ons

ont

aient

as

ais

ait

Écouter: 16

Faire: 14,15,17

Maak de zinnen ontkennend

Maak je eigen Roman Photo van U2

1. Kijk naar de woorden van Unité 1 en verzin hierbij een strip verhaal.

2. Maak zelf, of zoek zelf afbeeldingen.  8-10 foto's

3. Verzin een verhaal bij de afbeeldingen waarin woorden/zinnen van U2 voorkomen.

4. Verzamel op word/powerpoint of naar keuze.

Lever in op: Magister opdrachten

Faire 20

Après: lire, zie volgende slide

Lire

1. Werkboek P27

2.  Werkboek P56

Boire & croire

Drinken, geloven

Tijden:

Présent, imparfait, passé-composé, futur

boire - drinken

Croire- geloven

https:

https:

https:

https:

Faire ex. 27+29