Sensor 1KMH 5.2 Warmte maken en gebruiken

Warmte maken en gebruiken
5.2 sensor deel 1b
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Warmte maken en gebruiken
5.2 sensor deel 1b

Slide 1 - Diapositive

in de vorige les hebben je geleerd hoe een huis wordt verwarmd. een van de taken van een cv-installatie is het maken van warmte.  Een cv-installatie maakt warmte door aardgas te verbranden.
In deze paragraaf leer je meer over verbandingen.

Slide 2 - Diapositive

Doelen van de les
□    Weten wat energiebronnen zijn en voorbeelden ervan kunnen noemen.
□    Weten wat onder een brandstof wordt verstaan.
□    Voorbeelden van brandstoffen kunnen noemen.
□    Weten wat er nodig is voor een goede verbranding van brandstoffen (brandstof, zuurstof, ontbrandingstemperatuur).
□    Weten wat er vrij komt bij het verbranden van een brandstof (welke verbrandingsgassen).

Slide 3 - Diapositive

en nog meer doelen van de les
□    Het reactieschema van een volledige en onvolledige verbranding kunnen opschrijven.
□    Kunnen uitleggen waardoor een verbranding onvolledig kan zijn.
□    De schadelijke effecten van onvolledige verbranding kunnen uitleggen.
□    Kunnen uitleggen hoe je aan een vlam kunt zien of een verbranding volledig.
□    Kunnen uitleggen hoe bij een verbranding de ene vorm van energie wordt omgezet in andere vormen van energie (licht, warmte).
□    Weten dat in een elektriciteitscentrale warmte wordt omgezet in elektrische energie.

Slide 4 - Diapositive

verbranding
wat is er nodig voor een verbranding?

Slide 5 - Diapositive

voorwaarden voor verbranding
- Temperatuur

- Zuurstof

- Brandstof
Hoe kun je dus een brand blussen?

Slide 6 - Diapositive

uitleg over
volledige en onvolledige verbranding.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Wat doen energiebronnen?
A
leveren energie
B
nemen energie op
C
dat zijn brandstoffen
D
ruimen je kamer op

Slide 10 - Quiz

Wat is nodig voor een goede verbranding?
A
Brandstof, koolstof en zuurstof
B
Hitte, zuurstof en CO2
C
Brandstof, zuurstof en hitte
D
Zuurstof, brandstof en CO2

Slide 11 - Quiz

Als je brandstof verbrandt, kan Koolstof-mono-oxide ontstaan als?
A
de verbranding te snel gaat
B
de verbranding te langzaam gaat
C
de vlam teveel zuurstof krijgt
D
de vlam te weinig zuurstof krijgt

Slide 12 - Quiz

Brandstoffen: Welke hoort niet in dit rijtje thuis?
A
Kolen
B
Steen
C
Gas
D
Hout

Slide 13 - Quiz

Welke vlam laat een volledige verbranding zien?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

Als er te weinig zuurstof is voor een volledige verbranding, dan is de vlam geel.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Bij een verbranding vindt de volgende energieomzetting plaats.
A
warmte energie --> chemische energie
B
elektrische energie --> warmte energie
C
chemische energie --> warmte energie
D
warmte energie --> elektrische energie

Slide 16 - Quiz

EINDE

Slide 17 - Diapositive