Snelheid, wetenschappelijke notatie, tijd

Wat gaan we deze les doen
Deze les leer je:
  • Werken met de wetenschappelijke notatie
  • Snelheden berekenen in km/u en m/s
  • Grote getallen schrijven en lezen
  • Begrippen en eenheden van tijd
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we deze les doen
Deze les leer je:
  • Werken met de wetenschappelijke notatie
  • Snelheden berekenen in km/u en m/s
  • Grote getallen schrijven en lezen
  • Begrippen en eenheden van tijd

Slide 1 - Diapositive

eenheden van tijd

millennium = 1000 jaren
eeuw = 100 jaren
decennium = 10 jaren
1 jaar = 4 kwartalen = 12 maanden= 365 dagen
1 kwartaal = 13 weken
1 week = 7 dagen
1 dag = 24 uren
1 uur = 60 minuten
1 minuut = 60 seconden

Slide 2 - Diapositive

eenheden van snelheid
kilometer per uur (km/u)
meter per seconde (m/s)

km/u = m/s x 3,6
m/s = km/u : 3,6


Slide 3 - Diapositive

130 km/u=
A
36,1 m/s
B
468 m/s

Slide 4 - Quiz

14 m/s=
A
3,9 km/u
B
50,4 km/u

Slide 5 - Quiz

128 uur = ......... dagen en ...........uren

Slide 6 - Question ouverte

125 minuten = .....uur en .... minuten

Slide 7 - Question ouverte

13,9 uur = ...... uur en ..........minuten

Slide 8 - Question ouverte

536 sec. = ......... minuten en ....... sec.

Slide 9 - Question ouverte

Max Verstappen rijdt in 1 uur en 48 minuten een afstand van 320 km.
Wat is zijn snelheid in km/u?

Slide 10 - Question ouverte

Grote en kleine getallen en de wetenschappelijke notatie

Slide 11 - Diapositive

Grote getallen
Duizend     1 000
Miljoen       1 000 000    
Miljard        1 000 000 000
Biljoen        1 000 000 000 000
Biljard         1 000 000 000 000 000 
103
106
109
1012
1015
getallen met meer dan 3 cijfers schrijf je in groepjes van 3, je begint met de groepjes vanaf de achterkant
!

Slide 12 - Diapositive

Kleine getallen
Duizendste    0,001
Miljoenste      0,000 001
Miljardste       0,000 000 001

103
106
109
bij getallen met meer dan 3 cijfers achter de komma, schrijf je de getallen achter de komma in groepjes van 3. je begint met de groepjes vanaf de komma
!

Slide 13 - Diapositive

Grote getallen in de wetenschappelijke notatie

1 duizend = 1000 =
1760 = 1,76 x 1000 =
 13 245 864 = 1,32 x 10 000 000 =
 


1,0103
1,76103
1,32107
dus altijd 1 getal voor de komma en meestal 2 achter de komma
!

Slide 14 - Diapositive

125x10⁶ =

Slide 15 - Question ouverte

45x10⁹ =

Slide 16 - Question ouverte

78x10⁻⁷=

Slide 17 - Question ouverte

2.300.000.000 =

Wetenschappelijke notatie
A
2,3x10^8
B
23x10^8
C
2,3x10^9
D
2,3x10^10

Slide 18 - Quiz

eindopdracht
Je gaat naar itslearning en opent daar de map 
Toetsen wiskunde

Daar ga je naar naar klas 3 en je download
Toets H8

Slide 19 - Diapositive

Hoe werkt het
je maakt de opgaves.
je mag je boek erbij gebruiken
Je controleert je antwoorden
Ben je niet tevreden, dan haal je nieuwe sommen op
Ben je wel tevreden, dan geef je dit bij de docent aan
80% goed = 6, 85% = 7, 90% = 8, 95% = 9, 100% = 10

Slide 20 - Diapositive