3GT 10 januari 2025

Welkom!
Welkom 3GT
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Welkom 3GT

Slide 1 - Diapositive

Antwoorden huiswerk blz. 1117
5 a De ik-figuur is de echtgenoot van de vrouw uit het gedicht. 
b De ik-figuur is thuis, waarschijnlijk in de stad. Er zijn dichtbij meerdere bushaltes en één
daarvan is vlakbij het ziekenhuis. Ziekenhuizen staan meestal in de stad.
c De ik-figuur kijkt zijn vrouw na wanneer zij naar de stad gaat.
d Zijn vrouw gaat naar (het centrum van) de stad.
e Dat doet ze vaker, de ik-figuur zegt namelijk “dan hoop ik altijd”. Daaruit blijkt dat het vaker gebeurt.

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?


  • Nakijken huiswerk.
  • Uitleg les 57 blz. 118.
  • Aan de slag met les 57 blz. 118 en 119.


Slide 3 - Diapositive

Huiswerk nakijken les 57
Opdracht 1 t/m 12 op bladzijde 118 en 119. 

Slide 4 - Diapositive

Antwoorden huiswerk 118 en 119
Les 57 – Gedichten en hun betekenis
1 D 
2 De ik-figuur is niet letterlijk stil, maar figuurlijk. Hij/zij zegt ook: stil in mij, dat is iets wat 
de ik-figuur vanbinnen voelt en niet iets wat in de werkelijkheid zo hoeft te zijn.
3 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: hij bedoelt dat hij zich leeg en alleen voelt. 
4 Eigen antwoord. 
5 a De ik-figuur is de echtgenoot van de vrouw uit het gedicht. 
b De ik-figuur is thuis, waarschijnlijk in de stad. Er zijn dichtbij meerdere bushaltes en één
daarvan is vlakbij het ziekenhuis. Ziekenhuizen staan meestal in de stad.
c De ik-figuur kijkt zijn vrouw na wanneer zij naar de stad gaat.
d Zijn vrouw gaat naar (het centrum van) de stad.
e Dat doet ze vaker, de ik-figuur zegt namelijk “dan hoop ik altijd”. Daaruit blijkt dat het vaker
gebeurt.
6 De schrijver zegt hiermee dat hij graag naar zijn vrouw kijkt, dat hij haar mooi vindt 
om te zien. Daarmee zegt hij dat hij van haar houdt.


Slide 5 - Diapositive

Antwoorden huiswerk blz. 118 119
7 De ik-figuur vergelijkt zichzelf met een boom. 
8 Met deze zin wordt bedoeld dat er een minpuntje aan hem is ontdekt (in de beeldspraak 
is dat de luis).
9 De schrijver zegt met dit gedicht dat als anderen zijn minpunten kennen, ze niet meer met 
hem willen omgaan. Alleen toen hij jong en onbeschadigd was, werd hij gewaardeerd.
10 A 
11 De ik-figuur wist meteen dat de (liefdes)brief door een meisje was geschreven, omdat het 
een rond handschrift was.
12 eigen antwoord.

Slide 6 - Diapositive

Uitleg

Slide 7 - Diapositive

Gevoel
Poëzie en gevoel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. 
Het is een manier om je gevoelens/emoties te uiten. 

Slide 8 - Diapositive

Vormen
+ elfje
+ figuurgedicht
+ limerick

Slide 9 - Diapositive

elfje

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag met H57 blz. 118

Maken opdracht 1 t/m 12 op bladzijde 118 en 119. 

Slide 11 - Diapositive



figuurgedicht

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Rijm

+ eindrijm
+ alliteratie (letterrijm)

Slide 14 - Diapositive

Sint zat te denken...
Sint zat te denken, (A)
wat hij ... zou schenken. (A)
Een pop, viool of kat (B)
hij bedacht vast wel wat! (B)

Slide 15 - Diapositive

Alliteratie
+ letterrijm
+ vaak in reclames

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Noem nu zelf een alliteratie.

Slide 18 - Question ouverte

                                           voorbeeld

Slide 19 - Diapositive

                                           eindrijm?
                                                                                           metrum? alliteratie?

Slide 20 - Diapositive

zelf een gedicht schrijven (1)
In deze opdracht ga je zelf dichten met behulp van het metrum.
Pak een A4’tje en kies een van de volgende onderwerpen om een gedicht over te maken:
liefde;
school;
een seizoen.
Verwoord je gevoelens en schrijf de eerste twee regels van je gedicht. Zorg ervoor dat beide regels hetzelfde aantal klemtonen hebben.
Schrijf de derde en vierde regel van je gedicht. Zorg dat die twee regels hetzelfde aantal klemtonen hebben, maar niet hetzelfde aantal klemtonen als je eerste twee regels.
Schrijf de laatste twee regels van je gedicht. Zorg er weer voor dat die twee regels hetzelfde aantal klemtonen hebben, maar niet hetzelfde aantal klemtonen als de derde en vierde regel.
Geef je gedicht een titel.

Slide 21 - Diapositive

zelf een gedicht schrijven (2)
Schrijf zelf een Limerick

Een zorglijke longarts uit Ede
had virussen altijd vermeden.
Maar zag toen ontzet:
computer besmet.
Van schrik is de man overleden.


Slide 22 - Diapositive

Einde les

Slide 23 - Diapositive

Wat voor gevoel heb je na deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage