1: gram. herhaling brug

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Joehoeee!
Telefoon in telefoontas
 

Ga rustig zitten


Spullen op tafel


Tas niet :)

Slide 2 - Diapositive

Vandaag
- Planning deze week doornemen
- Begin maken met de stof
- Werken uit het boek

Slide 3 - Diapositive

Periode 2b

  • Toets in de toetsweek (eind januari) = grammatica
  • Deze week: herhaling brug uit NN
  • Volgende week: herhaling brug NN + H1
  • Dan kamp!
  • Na kamp oefentoets grammatica (brug en H1)

Slide 4 - Diapositive

Grammatica
Een verhaal leraar de vertelt mooi.

Slide 5 - Diapositive

Waarom grammatica leren?
  1. Om zinnen en woorden te begrijpen.
  2. Om over een taal na te denken of te praten.
  3. Om een vreemde taal te leren.
  4. Om een woordenboek te gebruiken.
  5. Om zelf goed zinnen te formuleren en jezelf goed ui te drukken

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Grammatica: zinsdelen
  • Zinnen bestaan uit zinsdelen

  • Een zinsdeel is een woord of een groep woorden die bij elkaar horen, ook als je de volgorde van de zinsdelen verandert.

Slide 8 - Diapositive

Grammatica: zinsdelen
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Bijwoordelijke bepaling


Slide 9 - Diapositive

De 
persoonsvorm
Wat was dat ook alweer?

Slide 10 - Diapositive

De persoonsvorm (pv)
Een van de werkwoorden in de zin is de persoonsvorm (pv)

Er zijn meerdere manieren / proeven om de persoonsvorm in de zin te vinden. Weet jij het nog?

Slide 11 - Diapositive

Is het werkwoord in de zin de pv?
1. Vraagproef: Maak van de zin een vraag. Het werkwoord dat vooraan komt te staan is de pv.
2. Tijdproef: Zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat verandert is de pv.
3. Getalproef: Verander het getal (enkelvoud/meervoud) van de zin. Het werkwoord dat verandert is de pv. 

Slide 12 - Diapositive

Vandaag
Herhaling 1. persoonsvorm, 2. onderwerp en 3. werkwoordelijk gezegde.

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
Nu maken:
Opdrachten 1 t/m 6
bladzijde 244-249

Klaar?
Lezen of pitch voorbereiden

Niet klaar?
Huiswerk volgende les
In tweetallen

Slide 14 - Diapositive

timer
0:30

Slide 15 - Diapositive

Welke 3 dingen hebben
we herhaald vandaag?

Slide 16 - Diapositive

Wat is zinsontleding?
  • De zin verdelen in stukjes.
  • Ieder stukje heeft een naam. 
  • Meerdere woorden of een apart woord
  • Meerdere woorden: zinsdeel
  • Apart woord: woordsoort.

Slide 17 - Diapositive