les 2 hoofdstuk Licht, bolle en holle lenzen BKGT3

paragraaf  bolle en holle lensen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
naMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

paragraaf  bolle en holle lensen

Slide 1 - Diapositive

bolle lens
een bolle lens is altijd in het midden dikker dan aan de randen. 
Een bolle lens is een positieve lens of '+ lens'

de bolle lens vergroot voorwerpen. 
de bolle lens wordt bijvoorbeeld gebruikt in een vergrootglas, verrekijker of microscoop .

hou je een bolle lens verder weg van een voorwerp zal hij deze verkleinen. Het beeld wordt dan omgekeerd. En ook links en rechts zijn verwisseld 


Slide 2 - Diapositive

Welke lenzen zijn negatief?
A
3, 4, 5 en 6
B
4, 5 en 6

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

divergente lichtbundel valt op bolle lens
de bolle lens maakt de lichtbundel convergent

Slide 5 - Diapositive

Een evenwijdige lichtbundel valt op bolle lens
de bolle lens maakt de lichtbundel convergent

Slide 6 - Diapositive

brandpunt
Het brandpunt is de plek waar de lichtstralen na het langsgaan van een lens een oppervlakte raakt. (waar de convergente luchtbundel samen komen, concentreren, (F=focuspoint Eng.)

Slide 7 - Diapositive

Dit is ....
A
Divergeren
B
Convergeren
C
Focussen
D
Differentiëren

Slide 8 - Quiz

belangrijke begrippen
brandpunt (F)

afstand van de lens tot het brandpunt noem je 
brandpunts-afstand

lijn in het midden noem je de hoofdas

Slide 9 - Diapositive

Sterke of  zwakke lens?
is het brandpunt dicht bij de lens spreken we van een sterke lens. Deze lens is heel bol, dik in het midden.

is het brandpunt ver weg van de lens noemen we dit een zwakke lens.

Slide 10 - Diapositive

negatieve lens
een holle lens noemen we een negatieve lens of '- lens'.

een negatieve lens werkt anders dan een positieve lens. de lichtstralen worden verstrooit, dit noem je divergeren. Divergeren is als het licht door de lens gaan diverse kanten op gaat.


Slide 11 - Diapositive

Welke lens is dit ?
A
Holle lens
B
Bolle lens

Slide 12 - Quiz

Weer
je het verschil tussen een bolle en holle lens en wat convergeren en divergeren is?

Slide 13 - Question ouverte