Thema 2, H4 Schrijven

Doelen
  • Wat is een instructie?
  • Doe-woorden
  • Stappenplan instructie
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Doelen
  • Wat is een instructie?
  • Doe-woorden
  • Stappenplan instructie

Slide 1 - Diapositive

Instructie
  • Uitleg hoe je iets doet
  • Stapsgewijs
  • Doe-woorden (zijn werkwoorden)

Slide 2 - Diapositive

Welk doe-woord zie je in de volgende zin?

1- Verwarm 250 ml melk in een steelpan.

Slide 3 - Question ouverte

Welk doe-woord zie je in de volgende zin?

2- Schenk de warme melk in een kom.

Slide 4 - Question ouverte

Welk doe-woord zie je in de volgende zin?

3- Voeg vijf eetlepels Brinta toe.

Slide 5 - Question ouverte

Welke tekstdoel hoort bij een instructie?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 6 - Quiz

Waarom zouden er vaak afbeeldingen bij instructies staan?
A
Voor mensen die niet kunnen lezen.
B
Die zijn bedoeld voor mensen die geen zin hebben om te lezen.
C
Ze hebben geen nut. Ze worden bij de tekst geplaatst om het leuk te maken.
D
Zodat het duidelijk wordt wat er met de instructies bedoeld wordt.

Slide 7 - Quiz

Geef een voorbeeld van een apparaat waarbij de instructie een inhoudsopgave heeft.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is een doe-woord?

Slide 9 - Question ouverte

Stappenplan instructie schrijven
  • Bedenk een titel en zet die boven de instructie
  • Zet de stappen in de juiste volgorde
  • Begin elke stap met een doe-woord
  • Beschrijf elke stap zo kort en duidelijk mogelijk
  • Zet elke stap op een nieuwe regel
  • Zet een cijfer voor elke stap
  • Gebruik een afbeelding om een stap duidelijk te maken (hoeft niet altijd)

Slide 10 - Diapositive