Het affiche

Het  affiche          
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het  affiche          

Slide 1 - Diapositive

affiche
--Een affiche is een  groot vel bedrukt papier.  Een affiche wordt gemaakt om een boodschap bekend te maken of ter decoratie. De boodschap kan van artistieke waarde zijn, of van commerciële waarde.--

Slide 2 - Diapositive

Affiche
-voorbeelden-

Slide 3 - Carte mentale

VOORBEELDEN

Slide 4 - Diapositive

 affiche 
  • Een affiche is een groot vel bedrukt papier en wordt gemaakt om een  boodschap bekend te maken. 
  • Met een affiche maak je reclame voor iets 
  • Een affiche kan over verschillende dingen gaan: een feest, een wedstrijd, een uitje, een open dag etc. 

Slide 5 - Diapositive

Waar moet je opletten
bij het maken van een affiche?

Slide 6 - Carte mentale

afspraken affiche
Een affiche maak je voor een grote groep. Waar moet je op letten?

* een affiche moet opvallen
* gebruik korte zinnen of alleen woorden
* denk aan: wie, wat, wanneer, waar , waarom = 5W's
* schrijf op zijn minst twee belangrijke woorden groot, onderstreep ze en/of gebruik kleuren 
* blijf binnen het kader blijven

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

affiche maken
MAAK EEN AFFICHE 



Je wilt graag ook iets doen om geld in te zamelen voor de slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Syrie.
Je wilt graag dat mensen spulletjes bij jou brengen die ze goed kunnen gebruiken in het rampgebied. Deze spullen worden door jou naar een hulporganisatie gebracht die ervoor zorgt dat ze op de goed plek terecht komen.

Je wilt graag dat mensen de volgende spulletjes brengen:
slaapzakken, warme dekens en dekbedden, warme winterjassen en - kleding.











Slide 9 - Diapositive

Maak een Affiche
Maak een affiche voor je actie! Gebruik hiervoor Word of ga knippen en plakken! 

voor WIE is het bedoeld?
WAT wil je graag hebben?
WAAROM doe je het?
WAAR kunnen ze het brengen?
WANNEER kunnen ze het brengen?
HOE moeten ze het inleveren?

Slide 10 - Diapositive

Opdracht
Maak een supertof voor een Padel toernooi!

1. Gebruik de 5 W + 1H 
(wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?)
2. gebruik kleuren & lettertypes
3. gebruik een plaatje

Slide 11 - Diapositive