Havo/vwo jaar 2, H4. Les 5

Economie jaar 2
Hoofdstuk 4
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Economie jaar 2
Hoofdstuk 4

Slide 1 - Diapositive

Inhoud van de les
  • Herhalen theorie vorige les
  • Theorie hoofdstuk 4
  • Opdrachten
Doelen
- De leerling kan omrekenen van week naar maand.
- De leerling kan een begroting opstellen. 

Slide 2 - Diapositive

Afspraken bij de economie les.
  • Je heb altijd je lesbrief en schrift mee --> tip doe de lesbrief zo snel mogelijk in een snelhechter of map.
  • Je hebt altijd een rekenmachine mee.
  • Je bereidt je elke les goed voor. 

Deze afspraken gelden ook voor mij als docent. 

Slide 3 - Diapositive

Een begroting
Overleg kort de onderstaande twee vragen met je directe buurman/buurvrouw:

- Wat is een begroting?
- Wat is een sluitende begroting?
timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

Een begroting 
Een begroting is een overzicht van alle verwachte ontvangsten en uitgaven in een bepaalde periode. 

Een sluitende begroting. Hiervan is sprake als de verwachte ontvangsten gelijk zijn aan de uitgaven. Dan is de begroting in evenwicht. 

Slide 5 - Diapositive

Omrekenen van week naar maand
Een week telt 7 dagen
7 x 4 = 28 dagen ≠ een maand

Juiste methode:
Omrekenen van een week naar een jaar --> x 52 weken
Delen van een jaar naar één maand --> / 12

Slide 6 - Diapositive

Omrekenen van week naar maand
Je spaart elke week €15.

Hoeveel spaar je dan per maand?



Slide 7 - Diapositive

Omrekenen van week naar maand
Je spaart elke week €15.

Hoeveel spaar je dan per maand?

15 x 52 = 780
780 / 12 = €65

Slide 8 - Diapositive

Opdrachten
Maak opdracht 4.19 t/m 4.21 op blz. 44 en 45
Jullie krijgen daar 15 minuten tijd voor .
Hulp nodig? Vraag het eerst aan diegene naast je.
Klaar? Maak de bouwsteen op blz. 46.

Slide 9 - Diapositive

Opdrachten
Maak de bouwsteen op blz. 46 en 47.
Jullie krijgen daar 15 minuten tijd voor .
Hulp nodig? Vraag het eerst aan diegene naast je.
Klaar? Maak opdracht 5.1 t/m 3.4 op blz. 48 en 49.

Slide 10 - Diapositive