Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Erfelijkheid en Evolutie
Verwantschappen
DNA technieken
Slide 1 - Diapositive
Lesverloop
Maak de startopdracht (als je het niet weet mag je jouw boek gebruiken)
Uitleg
Kennisvragen
Zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
Startvragen:
1. Wat is natuurlijk selectie?
2. Wat is evolutie?
3. Wat is biotechnologie?
4. Wat is genetische modificatie?
5. Wat is CRISPR-CAS?
6. Maak een kruisingsschema
Slide 3 - Diapositive
Startvragen:
1. Wat is natuurlijk selectie?
2. Wat is evolutie?
3. Wat is biotechnologie?
4. Wat is genetische modificatie?
5. Wat is CRISPR-CAS?
6. Maak een kruisingsschema
Slide 4 - Diapositive
Natuurlijke selectie
De nakomelingen die de betere fenotypen hebben voor hun omgeving, overleven
Natuurlijke selectie
Slide 5 - Diapositive
Startvragen:
1. Wat is natuurlijk selectie?
2. Wat is evolutie?
3. Wat is biotechnologie?
4. Wat is genetische modificatie?
5. Wat is CRISPR-CAS?
6. Maak een kruisingsschema
Slide 6 - Diapositive
Wat is evolutie
De ontwikkeling van het leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen of verdwijnen.
Slide 7 - Diapositive
Startvragen:
1. Wat is natuurlijk selectie?
2. Wat is evolutie?
3. Wat is biotechnologie?
4. Wat is genetische modificatie?
5. Wat is CRISPR-CAS?
6. Maak een kruisingsschema
Slide 8 - Diapositive
Biotechnologie
Klassieke
Traditionele technieken om dieren en planten te kweken. Bijv het gebruik van bacteriën en schimmels om producten te maken (brood, kaas, wijn, bier)
Moderne
Aanpassen van het DNA van bacteriën, planten en dieren
Slide 9 - Diapositive
Startvragen: Zoek op in je boek wat het is:
1. Wat is natuurlijk selectie?
2. Wat is evolutie?
3. Wat is biotechnologie?
4. Wat is genetische modificatie?
5. Wat is CRISPR-CAS?
6. Maak een kruisingsschema
Slide 10 - Diapositive
Genetische modificatie
Technieken waarbij het erfelijk materiaal van een organisme wordt aangepast
Slide 11 - Diapositive
Startvragen: Zoek op in je boek wat het is:
1. Wat is natuurlijk selectie?
2. Wat is evolutie?
3. Wat is biotechnologie?
4. Wat is genetische modificatie?
5. Wat is CRISPR-CAS?
6. Maak een kruisingsschema
Slide 12 - Diapositive
Crispr-Cas
Bij crispr-cas worden gericht wijzigingen aangebracht in genen van een organisme. Dat noem je met een Engels woord gene editing.
Gen therapie
Slide 13 - Diapositive
Startvragen: Zoek op in je boek wat het is:
1. Wat is natuurlijk selectie?
2. Wat is evolutie?
3. Wat is biotechnologie?
4. Wat is genetische modificatie?
5. Wat is CRISPR-CAS?
6. Maak een kruisingsschema
Slide 14 - Diapositive
6. Een heterozygoot zwart mannetjes konijn kruist met een wit vrouwtje. Zwart is dominant over wit.
Hoe groot is de kans op een wit konijn? (vul het kruisingsschema in)
Slide 15 - Diapositive
6. Een heterozygoot zwart mannetjes konijn kruist met een wit vrouwtje. Zwart is dominant over wit.
Hoe groot is de kans op een wit konijn? (vul het kruisingsschema in)
a
a
A
a
Slide 16 - Diapositive
6. Een heterozygoot zwart mannetjes konijn kruist met een wit vrouwtje. Zwart is dominant over wit.
Hoe groot is de kans op een wit konijn? (vul het kruisingsschema in)
a
a
A
Aa
Aa
a
aa
aa
Hoeveel % kans?
Slide 17 - Diapositive
6. Een heterozygoot zwart mannetjes konijn kruist met een wit vrouwtje. Zwart is dominant over wit.
Hoe groot is de kans op een wit konijn? (vul het kruisingsschema in)
a
a
A
Aa
Aa
a
aa
aa
50% kans
Slide 18 - Diapositive
DNA-technieken
Slide 19 - Diapositive
DNA-technieken
We lopen een aantal DNA-technieken langs
Genetische modificatie
CRISPR-CAS
Slide 20 - Diapositive
Recombinant-DNA-techniek
Slide 21 - Diapositive
Recombinant- DNA-techniek
Slide 22 - Diapositive
Crispr-Cas
Bij crispr-cas worden gericht wijzigingen aangebracht in genen van een organisme. Dat noem je met een Engels woord gene editing.
Gen therapie
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Voorbeeld: CRISPR-CAS
Wijzigen van bestaande genen in organisme. (Noemen we ook wel gene editing)
Gericht DNA knippen met CRISPR-CAS
BACTERIE EN INSULINE
Slide 25 - Diapositive
Vragen
Slide 26 - Diapositive
Met welk dier heeft de giraf het meeste verwantschap?
A
Dwergherten
B
Nijlpaarden
C
Tandwalvissen
D
Baleinwalvissen
Slide 27 - Quiz
Welke dieren hebben de minste verwantschap?
A
Slijmprik en vissen
B
Slijmprik en reptielen
C
Zoogdieren & reptielen
D
Zoogdieren en vogels
Slide 28 - Quiz
Met wie heeft soort B de meeste verwantschap?
A
A
B
C
C
D
D
E
Slide 29 - Quiz
Waarvan spreken we als het gaat om het sterkste dier overleeft?
A
Isolatie
B
Natuurlijke selectie
C
Kunstmatige selectie
Slide 30 - Quiz
Hoe noem je het proces dat ervoor zorgt dat organismen van dezelfde soort steeds meer van elkaar gaan verschillen?
A
evolutie
B
evolutietheorie
C
isolatie
D
dat bestaat niet
Slide 31 - Quiz
Haaien zijn gewervelde dieren. In de afbeelding zie je een stamboom die de afstamming van verschillende groepen gewervelde dieren weergeeft volgens de evolutietheorie. welke antwoorden zijn goed?
A
Haaien zijn eerder ontstaan dan beenvissen.
B
Beenvissen zijn meer verwant aan haaien dan
aan amfibieën.
C
A en B kloppen allebei
D
A en B kloppen allebei niet
Slide 32 - Quiz
Sleep de juiste afbeelding naar de bijbehorende structuur.
overeenkomst in bouw
overeenkomst in functie
Rudimentair
Slide 33 - Question de remorquage
Wat wordt er gedaan bij recombinant-DNA-techniek?
A
Met behulp van bacteriën wordt van melk yoghurt gemaakt.
B
Nieuwe klonen worden gemaakt van gunstige organismen.
C
Door het gebruik van gisten wordt brood, bier en wijn bereid.
D
In het DNA van een organisme wordt nieuwe erfelijke informatie aangebracht.