Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
H3.1a Energiebronnen
Slide 4 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat een energiebron is.
Je kunt zes energiebronnen beschrijven.
Je kunt kenmerken van energiebronnen benoemen.
Je kunt de ideale energiebron beschrijven.
Je kunt vier kenmerken van de energietransitie benoemen.
Slide 5 - Diapositive
Wat is het meetbereik
van deze thermometer
Slide 6 - Question ouverte
Reken om: 22 kW =
10^4 betekend 104
A
22 . 10^4 W
B
2,2 . 10^4 W
C
0,22 . 10^4 W
D
220 . 10^4 W
Slide 7 - Quiz
Reken om: 0,060 kW =
A
0,06 W
B
0,6 W
C
6 W
D
60 W
Slide 8 - Quiz
Reken om: 17 MW =
10^4 betekend 104
A
17 . 10^4 kW
B
1,7 . 10^4 kW
C
0,17 . 10^4 kW
D
170 . 10^4 kW
Slide 9 - Quiz
timer
0:30
Goede warmte-isolator
Slechte warmte-isolator
Aluminium
Dons
Hout
IJzer
Koper
Piepschuim
Slide 10 - Question de remorquage
Je mixt een smoothie in een blender. Op dat moment gaat er door de blender een stroom van 2,17 A. De blender is via een stekker aangesloten op een stopcontact. Bereken het vermogen van de blender.
A
0,0094 W
B
105,99 W
C
499 W
D
499100 W
Slide 11 - Quiz
Wat is een energiebron?
Alles wat een bruikbare soort energie kan leveren, noem je een energiebron.
In een energiebron is een soort energie opgeslagen die een energieomzetter kan gebruiken.
Voorbeelden:
Een zonnecel kan de stralingsenergie van zonlicht gebruiken.
Een windmolen kan de bewegingsenergie van stromende lucht gebruiken.
Een gasfornuis kan de chemische energie van aardgas gebruiken.