H8, rechterlijke macht

H8, rechterlijke macht
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BOAMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

H8, rechterlijke macht

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Welke van de volgende functionarissen behoren tot de zittende magistratuur?
A
Rechters-commissarissen en procureurs-generaal.
B
Raadsheren en rechters.
C
Rechters en procureurs-generaal.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

In welke gevallen vindt een terechtzitting achter gesloten deuren plaats?
A
Zedenzaken en berechting jeugdige personen
B
Terrorisme en berechting jeugdige personen
C
Terrorisme en zedenzaken
D
Zedenzaken, terrorisme en jeugdige personen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Lien

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Een verdachte staat voor de politierechter terecht voor het plegen van een diefstal. De politierechter acht dit bewezen en wil een gevangenisstraf opleggen. De maximaal toegelaten gevangenisstraf voor diefstal is 4 jaren. Wat is volgens het Wetboek van Strafvordering de maximale straf die een politierechter in het geval van diefstal mag opleggen?
A
4 jaren
B
1 jaar
C
6 maanden

Slide 13 - Quiz

Een man bevindt zich op verboden grond en overtreedt daarmee artikel 461 van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht. Welke rechter behandelt deze overtreding van het Wetboek van Strafrecht?
A
Politierechter
B
Kantonrechter
C
Enkelvoudige kamer van het gerechtshof

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Een verdachte wordt in eerste instantie veroordeeld voor het plegen van een overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening. Waar kan deze verdachte in hoger beroep gaan?
A
Rechtbank
B
Hoge Raad
C
Gerechtshof

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

De uitspraak van het gerechtshof heet ...(1)... en een uitspraak van de Hoge Raad heet ...(2)...
A
(1) arrest, (2) vonnis.
B
(1) appèl, (2) arrest.
C
(1) arrest, (2) arrest.
D

Slide 21 - Quiz

Bij welk gerecht worden ambtsmisdrijven of ambtsovertredingen begaan door een minister, staatssecretaris of een lid van de Staten-Generaal behandeld?
A
Gerechtshof
B
Hoge Raad
C
Arrondissements-rechtbank

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Een rechter oordeelt in een zaak dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd, maar dat dit feit niet als een strafbaar feit aangemerkt kan worden. De rechter zal in dit geval .........
A
de officier van justitie niet ontvankelijk verklaren
B
de verdachte vrijspreken
C
de verdachte ontslaan van alle rechtsvervolging

Slide 26 - Quiz

Tijdens de terechtzitting acht de rechter het strafbare feit wel bewezen, maar er kan aan de hand van de wettige bewijsmiddelen niet worden bewezen dat de verdachte het strafbare feit heeft gepleegd. Tot welke uitspraak moet de rechter komen?
A
Schuldigverklaring zonder oplegging van straf
B
Ontslag van alle rechtsvervolging
C
Vrijspraak

Slide 27 - Quiz

Heb je nog vragen over hoofdstuk 8? Zo ja, wat is je vraag?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive