Ecrire: qu'est-ce que tu manges comme petit déjeuner?

Qu'est-ce que tu manges comme petit déjeuner?
Je mange ... 
Je bois ...
Je prends ... 

... parfois (soms)
... aussi 

J'aime le/la/les ....
J'adore ... 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Qu'est-ce que tu manges comme petit déjeuner?
Je mange ... 
Je bois ...
Je prends ... 

... parfois (soms)
... aussi 

J'aime le/la/les ....
J'adore ... 

Slide 1 - Diapositive

A la fin de ce cours:
(of misschien twee lessen)
- Weet je hoe je in het Frans opschrijft wat je als ontbijt eet
- Weet je hoe je vooral werkwoorden maar ook andere woorden kunt afwisselen om je tekst prettiger te maken om te lezen
- En weet je de Franse woorden voor: 
altijd - vaak - soms - vooral - alleen maar 
En dat is handig! 

Slide 2 - Diapositive

Comment faire? 
  1. D'abord: lire et comprendre
  2. Ensuite: reproduire / copier
  3. Puis: reviser / étudier
  4. Finalement: créer: écrire 


Slide 3 - Diapositive

1. Lire et comprendre
Que faire? (De opdracht)
Wat wil ik als eindresultaat wil zien: 

- Een nette vertaling van de tekst Forum op pagina 72 in je lijntjesschrift in goedlopend Nederlands
- Je kent de betekenis van elk woord in de tekst (als ik er één aanwijs en je vraag wat het betekent, dan kun je het zeggen)
- Naast de vertaling, ook een aantekening met een woordenlijst van de woorden die ik op een volgende slide zal laten zien

Slide 4 - Diapositive

1. Lire et comprendre
Comment faire? 
Gebruik:
- Je schrift en een pen (nee, geen chromebook)
- De apprendres achterin het hoofdstuk of de alfabetische woordenlijst helemaal achterin je B-boek (nee, geen chromebook) 
- Je klasgenoten, als jij iets zelf niet kan vinden (nog steeds geen mobiel of chromebook) 
- Als dat allemaal niet heeft geholpen, steek dan je vinger op voor mijn hulp
(nog steeds geen chromebook)

Slide 5 - Diapositive

1. Lire et comprendre
Combien de temps?


Environ 20 minutes! 

(Als je stil voor jezelf werkt, met fluisterend overleg, lukt dat.)

Slide 6 - Diapositive

1. Lire et comprendre
Tout fini?


Montre-moi ton texte. 
Als ik het goed vindt, kun je vast Apprendre 8 en 9 gaan leren voor de toetsweek. 
(En alleen dán zie ik misschien ergens een chromebook.)

Slide 7 - Diapositive

Noteer bij het vertalen, de vertaling van deze woorden apart in een lijst: 

Qu'est-ce que
pendant
Raconte --> raconter
(ils) prennent
la santé
le matin
toujours
le dimanche
je préfère
je déteste
surtout
alors
parfois
à midi
comme boisson
souvent
par exemple
J'aime bien
seulement

Slide 8 - Diapositive

Contrôle:

Slide 9 - Diapositive

Wat begrijpt Hugo niet?
A
Dat een ontbijt zo goed voor je zou zijn
B
Dat sommige mensen geen ontbijt eten
C
Dat mensen melk drinken voor ontbijt

Slide 10 - Quiz

Qu'est-ce que Hugo ne boit pas pour le petit-déjeuner?
A
Du lait
B
Du jus d'orange
C
Du thé
D
Du café

Slide 11 - Quiz

De quel repas parle Sandra?
A
Le petit-déjeuner
B
Le déjeuner
C
Le dîner

Slide 12 - Quiz

Laure noemt het eten van pizza's haar "petit péché mignon". Waarom?
A
Omdat ze het eigenlijk heel erg vindt, dat ze vaak pizza's eet.
B
Omdat pizza's eigenlijk best gezond zijn.
C
Omdat pizza's het enige is wat ze eet, wat net iets minder gezond is
D
Omdat ze mini-pizza's zo schattig vindt.

Slide 13 - Quiz

Wie eet het minst gezond?
A
Hugo
B
Sandra
C
Laure

Slide 14 - Quiz

Fermez les chromebooks!

Slide 15 - Diapositive

Noteer bij het vertalen, de vertaling van deze woorden apart in een lijst: 

Qu'est-ce que
pendant
Raconte --> raconter
(ils) prennent
la santé
le matin
toujours
le dimanche
je préfère
je déteste
surtout
alors
parfois
à midi
comme boisson
souvent
par exemple
J'aime bien
seulement
wat
tijdens
Vertel! - vertellen
(zij) nemen
de gezondheid
lett.: de ochtend, in deze tekst: 's ochtends
altijd
lett.: de zondag, in deze tekst: 's zondags
Ik heb liever
Ik heb een hekel aan
vooral
dus
soms
om 12 uur 's middags
als drankje
vaak
bijvoorbeeld
Ik hou (best wel) van
Ik vind (best wel) leuk 
alleen maar, slechts

Slide 16 - Diapositive

2. Reproduire
Que faire: 
Ex. 27 et 28 
Ex. 27: De juiste zinnen gevonden en overgeschreven uit de tekst en verbeterd
Ex. 28: de zinnen juist vertaald in je boek

<-- Ik leg 27 eerst even uit! Het boek is onduidelijk. Kijk mee -->


Slide 17 - Diapositive

2. Reproduire
Comment faire: 
Gebruik: 
- Je vertaling
- Je woordenlijstje
- Geen chromebook

Schrijf netjes, met pen in je B-boek



Slide 18 - Diapositive

2. Reproduire
Combien de temps:

10 minutes!

Werk weer voor jezelf, met eventueel fluisterend overleg.

Tout fini? Laat mij je werk zien, dan krijg je een nakijkblad.




Slide 19 - Diapositive

3. Reviser
Que faire?
Neem je woordenlijst en de belangrijkste werkwoorden uit de tekst:





Maak een wrts-lijst aan, maak flash-cards of een andere manier die jij prettig vindt. Overhoor elkaar. Prenez 15 minutes. 
Je mange
Je bois
Je prends
J'adore

J'aime bien
Je déteste
Je préfère
timer
15:00

Slide 20 - Diapositive

3. Reviser
Contrôle

Ik noem 10 woordjes / zinsdelen in het Nederlands en jullie noteren die genummerd onder elkaar in je lijntjesschrift. 

Ik controleer een paar schriften. 

Slide 21 - Diapositive

4. Ecrire
Que faire:
Ex. 29
Schrijf een tekst van ongeveer 40 woorden waarin je vertelt wat je eet voor ontbijt. Daar moet in staan: 
- minimaal één ding wat je vaak eet en minimaal één ding wat je vaak drinkt
- waarom je dat eet of drinkt (lekker? gezond?)
- iets wat je soms eet of drinkt
- iets wat jij niet of nooit eet of drinkt voor ontbijt en waarom niet

Slide 22 - Diapositive

4. Ecrire
Comment faire:

- Werk de punten eerst in het klad uit in je lijntjesschrift 
- Let op de woordvolgorde (eerst onderwerp + werkwoord, dan de rest)
- Let op de spelling, hoofdletters en punten
- Gebruik - als je iets moet opzoeken - de Franse tekst met je vertaling, de apprendres of de alfabetische lijst achterin je boek
- Schrijf de tekst netjes op bij ex. 29 in je boek. Begin elk nieuw punt op een nieuwe regel

Slide 23 - Diapositive

4. Ecrire
Combien de temps?

Jusqu'au fin du cours! 
Tot het eind van de les. Ik wil graag dat je je tijd hiervoor neemt. 

Tout fini? Laat mij dan je netversie zien in je boek. Dan geef ik je complimenten en tips en kun je nog een verbeterde versie eronder zetten. 

Slide 24 - Diapositive