Samenwerken: Hoe moet dit?

Samenwerken
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Samenwerken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw in een groepje(3) een toren van spaghetti en marshmallows. 
  1. Maar 1 persoon mag de marshmallows aanraken, maar 1 persoon de spaghetti, 1 persoon observeert en beantwoordt de vragen op het blad.
  2. 12 minuten de tijd, 3 rondes van 4 minuten.
  3. Het groepje met de hoogste toren wint.
  4. Evaluatie.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent voor jou "samenwerken"?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent voor jou "samenwerken"?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Werk je liever alleen of samen?
A
Alleen
B
Samen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is belangrijk als je samen moet werken?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Moeten de samenwerkingsgroepjes door de docent of door leerlingen gemaakt worden?
A
Docent
B
Leerling

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is vaak jouw rol in een samenwerkingsopdracht?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zou je vaker willen samenwerken?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Denk je dat goed samenwerken invloed heeft op de sfeer in de klas?
A
ja
B
nee
C
maakt niet uit
D
weet ik niet

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik praat, jij tekent
Maak tweetallen. Jullie gaan met de ruggen naar elkaar toe zitten. 
Leerling 1 heeft een plaatje, leerling 2 heeft een A4 papier en een potlood

Opdracht:
Degene met het plaatje gaat nu aan de andere speler uitleggen wat er getekend moet worden, maar hij mag het voorwerp niet zeggen. Lukt het de andere om het plaatje na te tekenen? 
Allebei klaar. Maak een tekening met het voorwerp

Slide 13 - Diapositive

Zorg voor voldoende plaatjes.
Kerk, fiets, vliegtuig, toetsenbord, auto, afstandbediening, versierde kerstboom,
trekker, balpen, voet, vliegenmepper, fles, vaas met bloemen (bloem), bril, lamp, broek, 'een dier' (simpel), tennisracket, tent, 
Hoe vond je het om samen aan de opdrachten te werken?Wat ging er goed en wat niet?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef elkaar een compliment.
Op de achterkant schrijf je de namen en
een compliment achter de naam

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions