A3C week 41 - werkwoorden en voca

A3C week 41 - werkwoorden en voca
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

A3C week 41 - werkwoorden en voca

Slide 1 - Diapositive

Jij bent

Slide 2 - Question ouverte

Wij zijn

Slide 3 - Question ouverte

Ik neem

Slide 4 - Question ouverte

Wij nemen

Slide 5 - Question ouverte

Jullie doen/maken

Slide 6 - Question ouverte

Zij (m) doen/maken

Slide 7 - Question ouverte

Zij (v) hebben

Slide 8 - Question ouverte

Zij gaat

Slide 9 - Question ouverte

U gaat

Slide 10 - Question ouverte

Avoir (hebben)

Ik heb - j'ai
Jij hebt - tu as
Hij/zij/men heeft - il/elle/on a
Wij hebben - nous avons
Jullie hebben/u heeft - vous avez
Zij hebben - ils/elles ont
Etre (zijn)

Ik ben - je suis
Jij bent - tu es 
Hij/zij/men is - il/elle/on est
Wij zijn - nous sommes
Jullie zijn/u bent - vous êtes
Zij zijn - ils/elles sont

Slide 11 - Diapositive

Faire (maken/doen)
Ik maak - je fais
Jij maakt - tu fais
Hij/zij/men maakt - il/elle/on fait
Wij maken - nous faisons
Jullie maken/u maakt - vous faites
Zij maken - ils/elles font 
Aller (gaan)

Ik ga - je vais
Jij gaat - tu vas
Hij/zij/men gaat - il/elle/on va
Wij gaan - nous allons
Jullie gaan/u gaat - vous allez
Zij gaan - ils/elles vont

Slide 12 - Diapositive

Prendre (nemen)
Ik neem - je prends
Jij neemt - tu prends
Hij/zij/men neemt - il/elle/on prend
Wij nemen- nous prenons
Jullie nemen/u neemt- vous prenez
Zij nemen- ils/elles prennent 

Slide 13 - Diapositive

Voca overhoren

Slide 14 - Diapositive

De mensen
A
Les gens
B
Les potes

Slide 15 - Quiz

Jammer genoeg
A
Malheureusement
B
C'est dommage

Slide 16 - Quiz

Ouderwets
A
Branché(e)
B
Démodé(e)

Slide 17 - Quiz

Het beroep
A
Le métier
B
L'entreprise

Slide 18 - Quiz

Ajouter
A
Toevoegen
B
Achterlaten

Slide 19 - Quiz

Je deviens
A
Ik word
B
Ik heb zojuist

Slide 20 - Quiz

Environ
A
Ongeveer
B
Sinds

Slide 21 - Quiz