Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Staatsinrichting
van Nederland
De Nederlandse staatsinrichting nu
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je uitleggen hoe Nederland wordt bestuurd en welke bevoegdheden de Eerste en Tweede Kamer hebben (1). Daarnaast kan je uitleggen hoe in Nederland het kabinet wordt geformeerd.
Slide 3 - Diapositive
Uit wie bestaat de regering? Wat doet de regering?
Wie: Koning en ministers
Wat:
Dagelijks bestuur van Nederland
Maken van wetsvoorstellen
Slide 4 - Diapositive
Hoofdtaken Eerste Kamer
Controleren van de regering (controlerende taak)
Slide 5 - Diapositive
Hoofdtaken Tweede Kamer
Controleren van de regering (controlerende taak)
Maken van wetten (wetgevende taak)
Slide 6 - Diapositive
Controlerende instrumenten (rechten) van de Eerste- en Tweede Kamer (1)
Recht van budget (goed- of afkeuren van de staatsbegroting)
Recht van enquête (tot op de bodem uitzoeken van een bepaalde zaak)
Vragenrecht: recht om het kabinet vragen te stellen ('vragenuurtje')
Slide 7 - Diapositive
Controlerende instrumenten (rechten) van de Eerste- en Tweede Kamer (2)
Recht van interpellatie (minister verplichten tot een debat)
Motierecht: recht om een motie (een wens van de Kamer) in te dienen
Slide 8 - Diapositive
Wetgevende instrumenten (rechten) die alleende Tweede kamer heeft
Recht van amendement (wetsvoorstellen aanpassen)
Recht van initiatief(Kamerleden kunnen zelf met een wetsvoorstel komen i.p.v. de minister)
Slide 9 - Diapositive
Voordelen twee-kamersysteem
Extra (juridisch-technische) controle
Leden van de Eerste Kamer (senatoren) staan wat verder van de politiek af
Slide 10 - Diapositive
Nadelen twee-kamersysteem
Wetsvoorstellen duren langer
Kost meer (belasting-)geld
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Kabinetsformatie:
De koning benoemt een informateur.
De informateur gaat praten met de grootste partijen.
De formateur is de leider van de grootste partij (VVD: Rutte), hij gaat op zoek naar een coalitie (regeerakkoord).
De overige partijen belanden in de oppositie
Slide 13 - Diapositive
Coalitie en oppositie
In Nederland is geen enkele partij groter dan de meerderheid van de Tweede Kamer.
Om die meerderheid wel te hebben, moeten partijen samenwerken.
Partijen die in de regering samenwerken, heten: coalitie.
Partijen die niet in de regering zitten, maar wel in de Tweede Kamer, heten: oppositie