Some & Any

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

We need some tomatoes.
Do we need any tomatoes?

Slide 2 - Diapositive

Daffy has some money.
Patrick doesn't have any money.

Slide 3 - Diapositive

SOME / ANY
Some en any hebben dus dezelfde betekenis, 
maar worden in verschillende soorten zinnen gebruikt. 
Some gebruik je in bevestigende zinnen, deze eindigen altijd met een punt of een uitroepteken en er staat geen 'not' in.
We need some tomatoes.
Daffy has some money.
Any gebruik je in zinnen met een vraagteken 
en zinnen met het woord 'not' er in.
Do we need any tomatoes?
Patrick doesn't have any money.

Slide 4 - Diapositive

“In een vraag of een ontkenny gebruik je nietsome’ maar ‘any’.”  









Slide 5 - Diapositive

Andere vormen:

  • iemand: somebody, anybody 
  • iemand: someone, anyone 

  • iets: something, anything 

  •  ergens: somewhere, anywhere 

Slide 6 - Diapositive

Tekst
Dus:
Is de zin ontkennend: I don’t have ______ milk.
Of
Is de zin een vraag: Do you have _____ milk?
Dan gebruik je ‘any

Gaat het om een ‘gewone’ zin: I have _______ milk for you.
      She will have _______ time to help you.
Dan gebruik je ‘some






Slide 7 - Diapositive

He has ___ money.
A
some
B
any

Slide 8 - Quiz

Are there ___ cakes left?
A
any
B
some

Slide 9 - Quiz

I have ___ apples left.
A
any
B
some

Slide 10 - Quiz

He hasn't got ___ time.
A
any
B
some

Slide 11 - Quiz

En nu: oefenen met 
some / any.

blz. 135: 9 & 10.

blz. 140: 1, 2,3. 




Slide 12 - Diapositive