2mh chapitre 5 (deels) + begin chap6
1 / 24
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vraag maken in het Frans
- Bedenk 1 voorbeeldzin
- Bedenk 1 voorbeeldzin
Slide 2 - Carte mentale
Maak de onderstaande zin op 2 manieren vragend.
(geen vraagwoord)
- Son frère est à l'hôpital.
(geen vraagwoord)
- Son frère est à l'hôpital.
timer
1:00
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Hoe ging het?
Ik had alles goed.
Ik kon maar op 1 manier een vraag maken.
Ik snap niet hoe je een vraag moet maken in het Frans.
Slide 5 - Sondage
Zet de woorden in de goede volgorde.
timer
1:00
1
2
3
4
6
5
Est-ce qu'
tu
vas
voir
?
le docteur
Slide 6 - Question de remorquage
Zet de woorden in de goede volgorde.
timer
1:00
1
2
3
4
6
5
Qu'est-ce que
tu
veux
acheter
?
dans la boulangerie
Slide 7 - Question de remorquage
Hoe ging het?
Ik had alles goed.
Ik vind het maken van de juiste zinsvolgorde lastig.
Slide 8 - Sondage
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Maak de zin af.
1. Als ik een vakantie zou organiseren, dan ga ik naar...................
2. Daar blijf ik ........... dagen.
3. Daar ga ik ............. (bedenk activiteiten).
1. Als ik een vakantie zou organiseren, dan ga ik naar...................
2. Daar blijf ik ........... dagen.
3. Daar ga ik ............. (bedenk activiteiten).
Slide 11 - Question ouverte
Quel est le nom du pays?
A
L'Espagne
B
Le Portugal
C
La Russie
D
La France
Slide 12 - Quiz
Quel est le nom du pays?
A
La Belgique
B
L'Allemagne
C
La France
D
Le Congo
Slide 13 - Quiz
Quel est le nom du pays?
A
Les Etats-Unis
B
Le Luxembourg
C
Les Pays-Bas
D
Le Pays-Bas
Slide 14 - Quiz
Quel est le nom du pays?
A
Les Pays-Bas
B
La Grèce
C
Le Brésil
D
La France
Slide 15 - Quiz
Quel est le nom du pays?
A
Le Brésil
B
L'Italie
C
L'Afrique du Sud
D
Le Congo
Slide 16 - Quiz
Quel est le nom du pays?
A
La Russie
B
La Grèce
C
La Norvège
D
Le Panama
Slide 17 - Quiz
Quel est le nom du pays?
A
La Belgique
B
L'Allemagne
C
L'Italie
D
La Pologne
Slide 18 - Quiz
l'Angleterre
la Belgique
l'Italie
le Danemark
la Suisse
l'Allemagne
la France
l'Autriche
la Pologne
la Norvège
la Suède
l'Espagne
l'Irlande
le Portugal
les Pays-Bas
Slide 19 - Question de remorquage
timer
1:00
Les activités en vacances
Slide 20 - Carte mentale
timer
1:00
Slide 21 - Carte mentale
Noem minstens 3 voordelen van kamperen.
(In het Frans > boek)
"J'aime faire du camping, parce que j'adore la nature."
(In het Frans > boek)
"J'aime faire du camping, parce que j'adore la nature."
timer
1:00
Slide 22 - Question ouverte
Noem minstens 3 nadelen van kamperen.
(In het Frans > context.reverso.net)
"Il y a des moustiques" (Er zijn muggen)
(In het Frans > context.reverso.net)
"Il y a des moustiques" (Er zijn muggen)
timer
1:00
