Clase 6 'En la hostelería'

Clase 6 'En la hostelería'
¿Qué vamos a aprender?
  • Kennismaking unidad 4 'En la hostelería' para la próxima semana
  • Spaanse alfabet / el alfabeto (repaso / herhaling)
  • ¿Cómo se resonde? Práctica de expresión oral / gespreksvaardigheid
  • Repaso femenino / masculino (herhaling mannelijk / vrouwelijk)
  • Repaso werkwoorden (hay / estar / ser)
  • el vocabulario (días de la semana y más)
  • Repaso los verbos 
  • Feedback ejercicio de Teams (práctica de expresión oral)
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Clase 6 'En la hostelería'
¿Qué vamos a aprender?
  • Kennismaking unidad 4 'En la hostelería' para la próxima semana
  • Spaanse alfabet / el alfabeto (repaso / herhaling)
  • ¿Cómo se resonde? Práctica de expresión oral / gespreksvaardigheid
  • Repaso femenino / masculino (herhaling mannelijk / vrouwelijk)
  • Repaso werkwoorden (hay / estar / ser)
  • el vocabulario (días de la semana y más)
  • Repaso los verbos 
  • Feedback ejercicio de Teams (práctica de expresión oral)

Slide 1 - Diapositive

Vul hier onderwerpen, thema's of interesses in waar jij van houdt:

Slide 2 - Question ouverte

Repaso 'El alfabeto'

Slide 3 - Diapositive

¿Cómo se responde?
Oefening met ¿Cómo se responde?
  1. Het rad wordt gedraaid
  2. De docent stelt de vraag aan een student 
  3. De student probeert antwoord (la responda) te geven
  4. Denk aan begin en eind van een kort gesprekje:
    Bijvoorbeeld / Por ejemplo
    Hola (nombre)
    ¿Cómo se escribe tu nombre?
    ¿Puedes repetir?
    (kun je het herhalen?)
    ¡Muchas gracias!


Slide 4 - Diapositive

Mannelijk / Masculino
Vrouwelijk / Femenino
caballo = paard
capital = hoofdstad
bicicleta = fiets
Aeropuerto = vliegveld
fábrica = fabriek
centro = centrum
hermana = zus
hermano = broer
avíon = vliegtuig
mar = zee
Tienda = winkel

Slide 5 - Question de remorquage

Masculino / Femenino 
  • Página ciento cuarenta y uno en
    el libro digital
  • Vul het schema verder in (online)
  • Maak ook pagina 142 oefening 1.08

Slide 6 - Diapositive

Ser / Hay / Estar 
Wanneer maak je gebruik van ser, estar of hay? De samenvatting is als volgt: ser = zijn + een eigenschap (langdurig of voor altijd), estar = zijn + een toestand (tijdelijk, op een bepaald moment). Hay betekent er is/er zijn en wordt gebruikt wanneer het onderwerp onbepaald is.

Slide 7 - Diapositive

Yo
Soy
Eres
Él / ella / usted
Es
Nosotros / nosotras
Somos
Vosotros / vosotras
Sois
Ellos / ellas / ustedes
Son
Weet je nog? Vervoegen van los verbos: SER

Slide 8 - Diapositive

Yo
estoy
estás
Él / ella / usted
está
Nosotros / nosotras
estamos
Vosotros / vosotras
estaís
Ellos / ellas / ustedes
están
Weet je nog? Vervoegen van los verbos: ESTAR

Slide 9 - Diapositive

Weet je nog? Vervoegen van los verbos: HAY

Slide 10 - Diapositive

Vervolg ser / estar / hay
Je kunt via onderstaande site veel voorbeelden zien van
ser / estar / hay 
Beluister en lees via de site alle voorbeelden
Aan het eind van de les / al final de la clase doen we nog een korte quiz ;-) 
Extra oefening (tijd over): página 144 2.01 & 2.02

Slide 11 - Diapositive

Juiste vervoeging van: hay, estar o ser?
... muchas tiendas en el centro.
A
está
B
hay
C
es

Slide 12 - Quiz

Juiste vervoeging van: hay, estar o ser?
El estadio de fútbol no ... en el centro.
A
está
B
hay
C
ser

Slide 13 - Quiz

¿Juiste vervoeging van: hay, estar o ser?
Los restaurantes ... en la Plaza Mayor.

A
están
B
hay
C
son

Slide 14 - Quiz

¿Juiste vervoeging van: hay, estar o ser?
Juan ... camarero.

A
está
B
hay
C
es

Slide 15 - Quiz

¿Juiste vervoeging van: hay, estar o ser?
... tres iglesias en el pueblo.

A
está
B
hay
C
es

Slide 16 - Quiz

¿Juiste vervoeging van: hay, estar o ser?
La estación ... en una plaza grande.

A
está
B
hay
C
es

Slide 17 - Quiz

¿Juiste vervoeging van: hay, estar o ser?
... un grupo de estudiantes.

A
estamos
B
hay
C
somos

Slide 18 - Quiz

¿Juiste vervoeging van: hay, estar o ser?
... una oficina de turismo en la plaza.

A
está
B
hay
C
es

Slide 19 - Quiz

¿Juiste vervoeging van: hay, estar o ser?
... profesora de español.

A
estoy
B
hay
C
soy

Slide 20 - Quiz

¿Juiste vervoeging van: hay, estar o ser?
Las tiendas ... en la Avenida Reina Sofía.

A
están
B
hay
C
son

Slide 21 - Quiz

'Los días de la semana y más'
Página 44 + 45

Slide 22 - Diapositive

Los verbos (repaso)
Reguliere werkwoorden in het Spaans eindigen op: - ar

Slide 23 - Diapositive

Los verbos (repaso)
Reguliere werkwoorden in het Spaans eindigen op: - er

Slide 24 - Diapositive

Los verbos (repaso)
Reguliere werkwoorden in het Spaans eindigen op: - ir

Slide 25 - Diapositive

Los verbos (repaso)
Página 142 t/m 143
Oefening 1.09, 1.10 en 1.11 (ejercicio = oefening)
Página 146 
Oefening 2.05 en 2.06
Nu gaan we samen met elkaar deze oefeningen maken :) 

timer
20:00

Slide 26 - Diapositive

FEEDBACK op Teams-opdracht
Práctica de expresión oral / gespreksvaardigheid

Doel van de opdracht: Student toont aan Spaanse klanken te herkennen in een tekst (dialoog) en kan deze klanken, zonder te veel problemen, uitspreken. 
Je kiest uit de volgende dialogen in het boek: 
3.02, 3.05 of 3.06 (bladzijde 211, 212, 213) 
Ingeleverd en punten: Julian, Silvan, Lieve, Roos, Sky, Karam, Florian, Baran en Tufan
Feedback: habitación, doble ll (llevamos, Mallorca, calle), pequeña o baño, cuántas noches, muy bien, los números, verbo quierer (¿Quiere reservar la habitación?), Miércoles, dejar la maleta aqui, pagar con tarjeta, ¿Qué? A ver...

timer
10:00

Slide 27 - Diapositive

Oefening 3.06 (página 43 - hasta 45)
Als we tijd over hebben... si tenemos tiempo extra
We luisteren allemaal naar het fragment tussen de receptioniste en mevrouw Salas
Daarna vullen jullie beide schema's in het ONLINE boek in
Dit wordt nagekeken en afgetekend door de docent

timer
10:00

Slide 28 - Diapositive

La próxima semana:
- La clase física  / fysiek les (lokaal b3.10)                                    
- Unidad cuatro sobre 'la comida' (13.00 - 14.00) 
- La presentación uitbreiden (14.15 - 15.15)
- Repaso / herhaling t/m (hasta la unidad) hoofdstuk 4 
- Bingo én premios (prijzen) (t/m 16.00 uur) getallen van 0 - 500 (página 148)
- Lekkere traktatie uit Spanje! 
Vergeet je boek volgende week niet :) 
(Karam, Silvan, Florian, Julian, Lieve, Sky: ¡muchas gracias!

Slide 29 - Diapositive