Bijles 13.12.2024 periode 2

Bijles
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bijles

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning vandaag
  • Stillezen
  • Woordenschat
  • Oefenen werkwoordspelling
  • Naar keuze oefenen voor het SE2
  • Examentekst en opdrachten (vwo)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Periode 2
Leesboek mavo:

Leesboek havo:
Van den vos Reynaerde
timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verrijk je woordenschat!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is woordenschat belangrijk?
Een goede woordenschat is belangrijk om goed te kunnen communiceren en begrijpen wat anderen zeggen. Het vergroot ook je leesvaardigheid en je vermogen om nieuwe informatie te begrijpen.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit waarom woordenschat belangrijk is.
Hoe kun je je woordenschat vergroten?
Je kunt je woordenschat vergroten door veel te lezen, te luisteren naar anderen, nieuwe woorden op te zoeken en te oefenen met het gebruiken van nieuwe woorden.

Slide 6 - Diapositive

Geef de leerlingen tips over hoe ze hun woordenschat kunnen vergroten.
Verrijk je woordenschat!
Kom je een onbekend woord tegen?
Schrijf dit op in je woordenschatboekje.
Iedere bijles bespreken wij deze woorden.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
 havo:

Waar wil jij deze les aan werken?


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

mavo
Oefenen met de woordenlijst SE2.

Opdracht verbinden woorden aan betekenis.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

havo
www.cambiumned.nl

Spelling/ Leestekens
Stijl/ Stijlfiguren

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere vormen

Ik heb een Big Mac gegeten .                               VD

Kwijlend nam ik een hap                                        OD

Ik heb zin om een Big Mac te nemen                INF

Geef me eens een Big Mac!                                   GW

Ik eet mijn zojuist gekochte Big Mac                BN


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voltooid deelwoord (VD)

Begint vaak met BE-, GE-, VER- of ONT-.

Eindigt op:   -EN, -D, -T


Twijfel je tussen -d of -t,  gebruik dan weer  't ex-kofschip

Ik heb een Big Mac gegeten, want die was afgeprijsd.          

Mijn Big Mac was verbrand. Het vlees leek gekookt.           

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onvoltooid deelwoord

geeft aan dat je iets doet, terwijl je ook iets anders doet.

Geeft aan hoe iets gebeurt.

Hele werkwoord + een D


Kwijlend nam ik een hap. 
Pratend met volle mond zag ik hem vies naar me kijken.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Infinitief

is het hele werkwoord.

Verandert niet bij veranderen van tijd  (het is tenslotte geen pv!)



Ik heb zin om een Big Mac te eten.      

Ik had zin om een Big Mac te eten.  

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebiedende wijs

Wordt gebruikt als het om een  gebod of bevel gaat.

Staat op de eerste plaats in de zin.

Heeft geen onderwerp bij zich.

Altijd ik-vorm


Geef me een Big Mac!

Braad ze bruin, die frietjes!

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijk naamwoord

zegt iets over een zelfstandig naamwoord

schrijf je zo kort mogelijk


Ik eet mijn zojuist gekochte Big Mac.

                                   

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

QUIZ!

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De (aanbranden) aardappels zijn weggegooid.
A
aangebranden
B
aangebrandde
C
aanbrandende
D
aangebrande

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

(vinden) alsjeblieft die bankpas terug, voor er misbruik van wordt gemaakt.
A
Vond
B
Vindt
C
Vind

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

(Worden) je broer later piloot?
A
Word
B
Wordt

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions