Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Formuleren
HUH, 2021
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen
nakijken
quiz
Zodat je jezelf kan testen, of je het allemaal hebt begrepen
Slide 2 - Diapositive
Ronde 1
Vul alleen een van de volgende woorden in:
onjuiste herhaling
tautologie
pleonasme
contaminatie
dubbele ontkenning
Slide 3 - Diapositive
Als u zich opgeeft als lid van Bloomon, ontvangt u bij uw eerste boeket het gratis welkomstgeschenk, een mooie vaas, ter waarde van 15 euro.
Slide 4 - Question ouverte
Mag ik u erop wijzen dat het sinds vorige maand verboden is om hier midden in het winkelcentrum geen fietsen meer te plaatsen?
Slide 5 - Question ouverte
Nu je het met haar vorige vriendje hebt aangelegd, zou ik op de steun van Elise maar niet al te veel meer op rekenen, want ze neemt je dat nog altijd kwalijk.
Slide 6 - Question ouverte
Ook Nederland wil een handje bijdragen aan de verbetering van het klimaat om verdere opwarming van de aarde te voorkomen.
Slide 7 - Question ouverte
In veel landen geldt de verplichting voor automobilisten om overdag dimlicht te moeten gebruiken; op een brommer is dat ook binnen de bebouwde kom verplicht.
Slide 8 - Question ouverte
Wellicht blijkt dat u bij tijdig indienen mogelijk toch recht heeft op een vergoeding voor de gemaakte kosten.
Slide 9 - Question ouverte
Ronde 2
Kies de juiste optie
Slide 10 - Diapositive
De burgemeester draagt om 15:00 de sleutels van de stad over aan de Raad van elf, waarmee hij het bestuur aan ... overdraagt.
A
hen
B
hun
Slide 11 - Quiz
Omdat niemand zich aan het verbod houdt, schaft de schoolleiding ... af
A
hem
B
haar
C
het
D
hen
Slide 12 - Quiz
Kunt u het formulier spoedig invullen en ... daarna aan ons terugsturen?
A
hem
B
haar
C
het
D
hen
Slide 13 - Quiz
Roosje houdt van haar nichtjes en heeft ... een lekker ijsje aangeboden.
A
hun
B
hen
C
haar
D
hem
Slide 14 - Quiz
Toen Jelmer en Jesse op reis gingen, zwaaiden hun ouders ... uit.
A
hun
B
hen
Slide 15 - Quiz
Het medicijn ... ik eerst gebruikte, had een aantal bijwerkingen.
A
die
B
dat
C
wie
D
wat
Slide 16 - Quiz
Een witte Citroën is na mijn huis het duurste ... ik ooit heb gekocht.
A
die
B
dat
C
wie
D
wat
Slide 17 - Quiz
Met de docent Nederlands kreeg zij een ruzie ... ze niet gauw zal vergeten.
A
die
B
dat
C
wie
D
wat
Slide 18 - Quiz
Hij was een van de eerste conducteurs die op de nieuwe trein ... rijden
A
mocht
B
mochten
Slide 19 - Quiz
Volgens het RIVM ... in Nederland te weinig vaccins toegediend.
A
wordt
B
worden
Slide 20 - Quiz
De groep studenten uit Groningen ... een uur na aankomst al aan het skiën.
A
was
B
waren
Slide 21 - Quiz
Ronde 3
Benoem de fout. Kies uit:
dat-als,
foutieve samentrekking,
contaminatie,
pleonasme,
tautologie,
incongruentie.
Vul alleen een van deze woorden in!
Slide 22 - Diapositive
Een deel van de vluchten die vandaag naar Kreta zouden vertrekken, zijn geannuleerd.
Slide 23 - Question ouverte
Als ik het huiswerk niet controleer, schiet de les niet op en ik mijn doel voorbij.
Slide 24 - Question ouverte
De VVD gaat ervan uit dat als de meeste andere politieke partijen willen meeregeren, zij een deel van de eisen zullen inleveren.
Slide 25 - Question ouverte
Hij zij dat hij dat als brandweerman altijd nacheckt bij een melding.
Slide 26 - Question ouverte
De koers van de aandelen zakt alleen maar naar beneden.
Slide 27 - Question ouverte
Per direct is de medewerker, na betrapt te zijn op diefstal, meteen ontslagen.