Basisstof 2 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Basisstof 2
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Basisstof 2

Slide 1 - Diapositive

Inleiding
Voedingsmiddelen zijn producten die je eet of drinkt. 
Deze producten kunnen plantaardig, dierlijk of allebei zijn.

Voedingsmiddelen bestaan uit voedingsstoffen. 
Dit zijn de bruikbare bestandsdelen van voedingsmiddelen. 

Ons verteringsstelsel heeft als taak om de voedingsmiddelen 
af te breken en de bruikbare bestandsdelen (de voedingsstoffen) 
op te nemen.

Slide 2 - Diapositive

Inleiding
De voedingsstoffen die wij nodig hebben zijn eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen.

De voedingsstoffen vervullen verschillende rollen in ons lichaam. Zo kunnen ze dienen als brandstof of als bouwstof. Ze kunnen ook dienen als reservestof of als beschermende stof.

Veel plantaardig voedsel bevat voedingsvezels. Wij kunnen deze vezels niet verteren met onze enzymen maar we hebben ze wel nodig voor een goede werking van de darmen en het gemakkelijk kunnen poepen.

Slide 3 - Diapositive

Eiwitten
Eiwitten zijn vooral belangrijk als bouwstof. 
Onze cellen en bestaan voor een groot gedeelte uit eiwitten. 
Ook al onze enzymen zijn eiwitten en voor de vorming van
cytoplasma zijn ze onmisbaar.

Ons lichaam kan geen eiwitten op slaan en zal ze dus verbranden als er te veel van is.

Dierlijke producten en peulvruchten bevatten veel eiwitten.

Slide 4 - Diapositive

Koolhydraten
Glucose, suiker en zetmeel zijn voorbeelden van koolhydraten.

Ze zitten vooral in plantaardige producten. 
Zo zit glucose vooral in vruchten, zitten aardappels en graan 
vol met zetmeel en wordt tafelsuiker gemaakt van suikerbieten en suikerriet.

Koolhydraten dienen vooral als brandstof maar kunnen ook dienen als bouwstof en reservestof. 
Koolhydraten worden afgebroken tot glucose (wat in de cellen verteerd kan worden). 
Glucose kan daarnaast opgeslagen worden in de vorm van glycogeen en eventueel in vet.

Slide 5 - Diapositive

Vetten
Vetten dienen vooral als brandstof maar zijn 
ook belangrijk als bouwstof. Je voeding hoeft 
niet veel vet te bevatten. Het teveel aan vet wordt 
voornamelijk onderhuids opgeslagen en dient dan als reservestof. 

We maken een onderscheid tussen gezonde en minder gezonde vetten.
Gezonde vetten zijn onverzadigde vetten. Je vindt ze in plantaardige oliën, vette vis en in noten.

Ongezonde vetten zijn de verzadigde vetten en zijn meestal dierlijk van oorsprong. Wij kunnen ze niet goed gebruiken als bouwstof en moeten ze dus verbranden of opslaan.  Ze verhogen de kans op hart- en vaatziekten.



Slide 6 - Diapositive

Water
Water is een belangrijke bouwstof. 

Wij bestaan voor ene groot gedeelte uit water (bijna 2/3).

Ons bloed bestaat voor een groot deel uit water maar ons cytoplasma ook.

Al onze dranken en veel groente en fruit bevatten veel water.

Slide 7 - Diapositive

Mineralen (zouten)
Mineralen zijn nodig als bouwstoffen en als beschermende stoffen.

We hebben elke dag maar een kleine hoeveelheid mineralen nodig.

Calcium is bijvoorbeeld nodig voor goede, stevige botten en fluoride voor en sterk gebit.


Slide 8 - Diapositive

Vitaminen
Dienen als bouwstof en als beschermende stof in ons lichaam.

Door een tekort aan een vitamine kan je erg ziek worden.

Bij een gezonde en gevarieerd voeding krijg je voldoende binnen. Extra vitamines kunnen een gezonde voeding niet vervangen en een teveel kan schadelijk zijn.

Vitaminen worden aangeduid met een letter en soms nog een getal.

Bekende vitamines zijn: A, B, C, D, E en K

Slide 9 - Diapositive

Overzicht voedingsstoffen

Slide 10 - Diapositive

Voedingsstoffen aantonen
Zetmeel en glucose zijn voedingsstoffen die veel voorkomen in onze voeding.

Je kan deze voedingsstoffen aantonen in een voedingsmiddel met behulp van een indicator.

Voor het aantonen van zetmeel kan je gebruik maken van 
een joodoplossing. De joodoplossing verkleurt van 
geel/bruin naar blauw/zwart als er zetmeel aanwezig 
is in de voeding.

Voor het aantonen van glucose zijn er speciale teststrookjes die verkleuren bij aanwezigheid van glucose.

Slide 11 - Diapositive

Einde van deze les
Dit is het einde van de les over basisstof 2 .

Je gaat nu basisstof 2 lezen
en
je maakt de opdrachten 11 t/m 17 uit je werkboek 
of
je maakt de opdrachten online.

Succes!

Slide 12 - Diapositive