Woordenschat les 1 t/m 28

Woordenschat oefenen
Les 1 t/m 28


1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 44 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat oefenen
Les 1 t/m 28


Slide 1 - Diapositive

Wat betekent het woord 'douwen'?

Slide 2 - Question ouverte

Maak een zin met het woord
'douwen'
timer
3:00

Slide 3 - Question ouverte

Wat betekent het woord 'het karkas'?

Slide 4 - Question ouverte

Maak een zin met het woord
'het karkas'
timer
3:00

Slide 5 - Question ouverte

Sleep de betekenis naar het juiste woord!
Iedereen tevreden willen stellen
Vaste rubriek in krant of tijdschrift
Honderd gram
Regelmatig langsgaan om te zien of alles in orde is
Precies zoals het er staat
Aansporen tot handelen
Letterlijk
Patrouilleren
De kool en de geit sparen
De column
De ons
Activeren

Slide 6 - Question de remorquage

Welk woord past in de zin?

De oude vrouw kreeg al vroeg klachten van dementie/de aanhef

Slide 7 - Question ouverte

Waar of niet waar?

De epidemie betekent:
heel veel mensen die tegelijk dezelfde ziekte hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat betekent het woord 'extravert'?

Slide 9 - Question ouverte

Maak een zin met het woord
'extravert'
timer
3:00

Slide 10 - Question ouverte

Maak de zin af. Gebruik het woord voor de zin. Laat duidelijk de betekenis van het woord blijken met een toelichting.

(letterlijk) In de krant ....

Slide 11 - Question ouverte

Maak de zin af. Gebruik het woord voor de zin. Laat duidelijk de betekenis van het woord blijken met een toelichting.

(nauwkeurig) Bij het vak scheikunde....

Slide 12 - Question ouverte

Sleep de betekenis naar het juiste woord!
De hele tijd
Nogal groot
Op een rijtje zetten
De ruimte
Neutraal, uitgaan van feiten
Zenuwachtig
Permanent
Het heelal
In kaart brengen
Nerveus
Objectief
Fors

Slide 13 - Question de remorquage

Wat betekent het woord 'de frustratie'?

Slide 14 - Question ouverte

Maak een zin met het woord
'de frustratie'
timer
3:00

Slide 15 - Question ouverte