Herhaling Hoofdstuk 3

Herhaling Hoofdstuk 3 "Democratische Revoluties"
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Hoofdstuk 3 "Democratische Revoluties"

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:
In deze LessonUp gaan we het hoofdstuk tot nu toe herhalen. De belangrijkste leerdoelen die we gaan behandelen zijn:

  • Je weet wat de Verlichting is en kunt voorbeelden noemen van Verlicht denken.
  • Je weet waarom de Franse bevolking ontevreden was
  • Je weet waarom en hoe men in opstand kwam.
  • Je weet wat de resultaten zijn van de Franse Revolutie (wat hebben ze bereikt?)
  • Je weet wat de patriotten in Nederland wilden bereiken en hoe ze dat uiteindelijk bereikt hebben via de Bataafse revolutie. 

Slide 2 - Diapositive

Welke van deze groepen is geen stand?
A
Adel
B
Boeren
C
Geestelijke
D
Burgers

Slide 3 - Quiz

Waar 
Niet waar
Volgens de verlichting moest de onwetendheid licht brengen in de duisternis van de rede.
Verlichte denkers wilden alles met hun gevoel begrijpen.
De verlichting was een gevolg van de wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw.
De verlichting ontstond in westerse landen.

Slide 4 - Question de remorquage

Geef per uitspraak aan of het over Verlichting gaat of niet.

Balthasar Bekker bestreed in zijn boek 'De betoverde weereld 'het geloof in demonen
Gilbert White observeerde en registreerde het weer, de trek van de vogels en het gedrag van zijn goudvissen in hun kom. 
Absoluut vorsten stelden dat God hen had aangesteld om over hun onderdanen te regeren.
Aan Lodewijk XIV wordt vaak de quote 'l'etat, c'est moi!' ("de staat, dat ben ik!") toegeschreven.
Verlichting
Verlichting
Geen Verlichting
Geen Verlichting

Slide 5 - Question de remorquage

Waren de verlichte denkers hier voor of tegen?
Verlichte denkers zijn voor
Verlichte denkers zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Ongelijkheid
Vrijheid van godsdienst
Gelijke rechten voor iedereen

Slide 6 - Question de remorquage

Trias Politica, drie machten:
wetgevende
uitvoerende
rechterlijke
wie?
wie?
wie?
wat ze doen:
wat ze doen:
wat ze doen:
wetten handhaven
parlement
rechters
zij die de wet overtreden bestraffen
wetten maken
de overheid

Slide 7 - Question de remorquage

Een oorzaak van de Franse Revolutie was:
A
Er heerste honger door mislukte oogsten
B
Koning & koningin gaven veel te veel geld uit.
C
Het volk wilde algemeen kiesrecht
D
Het volk wilde vrijheid van meningsuiting

Slide 8 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de Franse Revolutie?
A
Lodewijk XVI wordt terechtgesteld
B
De 3de stand mocht niet meebslissen
C
Er waren misoogsten
D
Lodewijk XVI had grote schulden

Slide 9 - Quiz

Hoe begon de Franse Revolutie?
(wat is de aanleiding)
A
De 3e stand valt de Bastille aan
B
De koning stuurt zijn leger naar de Kaatsbaan
C
De geestelijken en adel willen geen belasting
D
Robespierre onthoofd veel mensen

Slide 10 - Quiz

De Franse Revolutie was in
A
1748
B
1776
C
1789
D
1795

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de terreurjaren van de Franse Revolutie?
A
Een nationale feestdag die meerdere dagen per jaar terug kwam.
B
Jaren waarin het Franse volk onderdrukt werd met geweld.
C
Jaren waarin Frankrijk in oorlog was met veel landen in Europa.
D
De regeerperiode van Lodewijk XVI.

Slide 12 - Quiz

Wat is het belangrijkste resultaat van de Verklaring van de Rechten van Mens en Burger?

Slide 13 - Question ouverte

Sleep de zinnen naar het goede vak: Past wel of niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie.
Past wel bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
Past niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
De meeste Franse waren arm
98% van de Fransen hoorde bij de eerste stand,
Edelen betaalden geen belasting
Frankrijk was een standensamenleving
Frankrijk was een republiek

Slide 14 - Question de remorquage

Ze de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Marie-Antoinette onthoofd!
De terreur 
Grondwet in Frankrijk
Franse revolutie

Slide 15 - Question de remorquage

Vanaf wanneer was de Bataafse Republiek
A
1975
B
1787
C
1795
D
1803

Slide 16 - Quiz

Wat is de Bataafse Revolutie?
A
Een democratische revolutie met steun van Pruisen
B
Een democratische revolutie met steun van Frankrijk
C
Een opstand tegen de Bataafse koning
D
Een opstand tegen de Franse koning

Slide 17 - Quiz

Deze vraag gaat over de Bataafse Revolutie in Nederland.

Wat veranderde door de Bataafse Revolutie in 1795?
A
Er werd een parlement (de Nationale Vergadering) gekozen
B
Willem V vluchtte naar Frankrijk
C
Patriotten keerden terug in Nederland met het Pruisisch leger
D
Patriotten riepen de Bataafse monarchie uit.

Slide 18 - Quiz

Wat veranderde er in de Bataafse Revolutie van 1795 NIET?
A
De Staten-Generaal hief zichzelf op
B
Er werd een verklaring van de rechten van de mens afgekondigd
C
Rijke burgers droegen hun macht over aan regenten
D
Willem V vluchtte naar Engeland

Slide 19 - Quiz

Waarom mislukte de Bataafse Revolutie?
A
Door het leger van Pruisen (Duitsland)
B
De vrouw van de stadhouder riep haar vader om hulp
C
Frankrijk veroverde Nederland
D
Lodewijk Napoleon werd koning dus was het niet meer nodig

Slide 20 - Quiz

"Met de wetenschappelijke revolutie en de filosofische stroming van het rationalisme is het tijdperk van de Verlichting aangebroken, een tijd van nieuwe ideeën over bestuur en samenleving. Dit ging gepaard met kritiek op de absolute heerschappij van vorsten in Europa."

Welke van de volgende zinnen sluit bovenstaand verhaal op een historisch juiste wijze af?Kies het juiste antwoord.

A
In deze roerige tijden kon een man als Napoleon, met grote macht over het leger, de macht grijpen.
B
Als gevolg van de verlichte denkbeelden gingen mensen zich verzetten tegen de oude standenmaatschappij en brak tenslotte de Franse Revolutie uit.
C
Door filosofen als John Locke en Voltaire werd het volk opgeroepen om in opstand te komen tegen het verlichte absolutisme.
D
Veel vorsten namen de ideeën van de Verlichting over zodat er een overgang kwam naar de vroegmoderne tijd.

Slide 21 - Quiz

Bij de Bataafse Revolutie...
A
...kregen we een nieuwe grondwet.
B
...mocht iedereen meebeslissen.
C
...werd een Nederlandse koning afgezet.
D
...werden we geholpen door de Fransen.

Slide 22 - Quiz

Wat is een overeenkomst tussen de Franse revolutie en de Bataafse revolutie
A
De adel had veel privileges
B
Het gewone volk wilde meer inspraak in het bestuur
C
Beide revoluties zorgen voor een nieuwe grondwet
D
De Pruisen weten in beide gevallen de revolutie te beëindigen

Slide 23 - Quiz

 Sleep de letters van de volgende zinnen in de juiste kolom.
Ancien regime
ten tijde van de eerste Franse grondwet
Napoleon
Eén persoon heeft de hoogste macht in Frankrijk.
Er zijn duidelijke regels die bepalen hoe het land moet worden bestuurd.
Er zijn grote verschillen tussen arm en rijk.
Alle inwoners van Frankrijk worden op dezelfde manier berecht.
Volgens de wet heeft iedereen gelijke rechten.
Frankrijk is bijna failliet

Slide 24 - Question de remorquage

Napoleon had absolute macht. Waaruit bleek dat Napoleon niet weer terug wilde naar de oude tijd?
A
Standenmaatschappij kwam niet terug
B
Belasting werd niet verhoogd
C
Napoleon wilde ook democratie

Slide 25 - Quiz

Op de afbeelding zie je de onthoofding van Robespierre. Hij was één van de velen die de dood vonden

In welke periode vond deze gebeurtenis plaats?
A
In de periode waarin Frankrijk een constitutionele monarchie was.
B
Tijdens de regering van Lodewijk XVI.
C
Tijdens de Terreur.
D
Tijd toen Napoleon aan de macht was

Slide 26 - Quiz

Lees en bekijk de bron. Wat is de mening van de schilder over de code civil ?
A
De schilder ziet de code civil dus als een groot geschrift dat grote invloed heeft op de wereldgeschiedenis
B
De schilder maakt Napoleon belachelijk door hem zo af te schilderen. Hij vindt de code civil dus waardeloos
C
De schilder laat Napoleon de code civil schrijven op steen. Hij vindt het dus ouderwets en achterhaald
D
Door vadertje tijd af te beelden laat de schilder zien dat Napoleon de code civil te snel heeft geschreven en vindt het dus niks

Slide 27 - Quiz

Wie regeerde er in welke tijd? Maak de goede combinaties.
Bataafse Republiek
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 
Koninkrijk der Nederlanden
Koninkrijk Holland 
Nederland is provincie van het Franse Keizerrijk.
Patriotten.
Stadhouder Willem V
Koning Willem I
Lodewijk Napoleon
Napoleon

Slide 28 - Question de remorquage

Op de stippellijntjes hoort steeds of oorzaak of gevolg te staan. Sleep de zinnen naar de juiste kolom:
Hierna: uitleg opdracht m.b.v. filmpje Vroeger & Zo (Napoleon) - 13 min.
oorzaak
gevolg
Een ....... van de Slag bij Waterloo is de Conferentie in Wenen (1815).
Een ..... van het verlies van de Slag bij Waterloo is de verbanning van Napoleon naar St. Helena.
De strijd/ ruzie tussen Frankrijk en Engeland is een ...... van de invoering van het Continentaal Stelsel
Jouw woning heeft een huisnummer, dit is een ...... van de Franse tijd (begin 19e eeuw) in ons land.
Een ...... van de verdwijning van de standenmaatschappij is de invoering van de Code Civil.

Slide 29 - Question de remorquage

Zet de volgende gebeurtenissen over Napoleon op de juiste volgorde van tijd in de tijdbalk:
1
2
3
4
5
6
Napoleon komt aan de macht in Frankrijk
Napoleon wordt verbannen naar het eiland Elba
Napoleon kroont zichzelf tot keizer
Napoleon begint aan de veldtocht naar Rusland
Napoleon wordt definitief verslagen in de slag bij Waterloo
Napoleon lijft Nederland in bij Frankrijk

Slide 30 - Question de remorquage