Spreken en Gesprekken 2

• MBO
• Studiejaar 2,3

Welkom bij Nederlands!

Wat gaan we doen vandaag?

• Doelen van de les
• Terugblik  
• Aan de slag
• Afsluiting

Wat valt er onder jouw communicatieve sociale vaardigheden?

1. rekening houden met de ander
2. lichaamshouding
3. intonatie
4. gezichtsuitdrukking

Wat valt er onder non-verbale communicatie?

1. Whatsapp
2. schreeuwen
3. taalgebruik
4. gezichtsuitdrukking

Doelen van deze les

• Aan het einde van de les weet jij hoe je aantrekkelijk kunt spreken
  
• Aan het einde van de les weet je hoe jij een verslag moet uitbrengen
• Aan het einde van de les kun je een instructie geven.
• Aan het einde van de les kun je een informatieve presentatie geven.
• Aan het einde van de les kun je publiek overtuigen.
• Aan het einde van de les kun je sociaal-communicatieve vaardigheden gebruiken
• Aan het einde van de les kun je non-verbale communicatie gebruiken

Aantrekkelijk spreken

•  sta rechtop (handen uit je zakken)
• kijk je publiek zoveel mogelijk aan terwijl je spreekt
• spreek duidelijk, rustig en verstaanbaar
• maak je publiek nieuwsgierig
• laat iets aan je publiek zien (bijvoorbeeld powerpoint)
• bereid je goed voor!
  

Aan de slag!

Luister naar het fragment en maak dan opdracht 1, blz. 9

Samenhang

Inleiding:

- zorg voor een duidelijke opbouw

- maak het publiek nieuwsgierig en introduceer het onderwerp

Middenstuk:

- behandel deelonderwerpen in een logische volgorde

- gebruik signaalwoorden: als eerst, daarna, vervolgens

Slot:

- geef korte samenvatting of conclusie

- geef een tip

- vraag of er nog vragen zijn

- bedank je publiek

Aan de slag!

Maak opdracht 1 en 2 blz. 14.

Verslag uitbrengen

• Informatie geven over een gebeurtenis of situatie.
• Zakelijk en objectief (geen mening!)
• Wees volledig (5W+1H-vragen)
• Wees duidelijk (chronologie + signaalwoorden)
• Presenteer aantrekkelijk (anekdote, nieuwschierig maken)
• Rustig en verstaanbaar
• Uitsmijter + eigen mening en geleerde

Instructie geven

• Bepaalde handeling uitleggen
• Stap voor stap en chronologisch (signaalwoorden)
• Tips:
  - Vertel het doel
  - Benoem de stappen
  - Demonstreer
  - Check tussendoor
  - Controleer na afloop

Informeren

• Afstemmen op publiek:
  - Wat weet het publiek al?
  - Wat zouden ze graag willen weten?
  - Welke voorbeelden spreken dit publiek aan?
  - Welk taalgebruik past bij het publiek?
• Goede opbouw
• Presentatie of voorwerpen

Overtuigen

• Slot:
  - Noem kort het probleem
  - Herhaal standpunt en geef conclusie
  - Bedank publiek

Sociale vaardigheden

• Maak oogcontact
• Positief en vriendelijk
• Houd rekening met de ander
• Informeel of formeel
• Taalgebruik = respectvol

non-verbale communicatie

• Lichaamshouding
• Hand geven bij binnenkomst
• Oogcontact
• Knikken
• Gebaren bij praten
• Gezichtsuitdrukking
• Intonatie

Aan de slag!

• 2F --> 
• 2.1 --> opdracht 1
• 2.2 --> opdracht 1  +  2
• 2.3 --> opdracht 1  + 2
• 2.4 --> opdracht 1  + 3
• 3.1 --> opdracht 1  + 2
• 3.2 --> opdracht 1  + 2