la négation

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4,5

la négation

aujourd'hui c'est ... (quel jour?)

c'est le ... ... (quelle date?)

il est ... (quelle heure?)

Wat zie je

niet (of geen) bestaat in et Frans uit twee woordjes: ne..pas

De twee blijven niet bij elkaar want..

Er komt een persoonvorm tussen.

Een persoonsvorm (pv)?

Dat is het werkwoord dat zich aanpast aan de persoon waar het bij hoort.

1e iL (persoon) travaille (pv)

2e Ces trois sont

3e Marc est

De ontkenning plaats je om de pv..nu jij

ne ... pas

ne ... plus

ne ... jamais

ne ... rien

ne ... pas encore

ne ... personne

ne ... aucun

ne ... pas du tout

ne ... pas non plus

ne ... plus jamais

niet/geen

niet meer

nooit

niets

nog niet

niemand

geen enkele

helemaal niet

ook niet

nooit meer

Ne ... que

slechts / alleen maar

Dit is eigenlijk geen ontkenning, maar bestaat uit wel uit ne ... + een tweede deel

Je n'ai que trois amis = J'ai seulement trois amis

Let op! ne...personne

Je n'ai vu personne.                         Ik heb niemand gezien.

Je ne veux voir personne.             Ik wil niemand zien. 

• voltooid deelwoord of heel werkwoord achter persoonsvorm?
  
• personne komt achter dit voltooid deelwoord of hele werkwoord (achter alle w.w.)
  

Ik heb niets gekocht.

1. Je n'ai pas acheté.
2. Je n'ai rien acheté.
3. Je n'ai jamais acheté.
4. Je n'ai personne acheté.

Nooit

Niets

nog niet

niet meer

niet

Ne ... Pas non plus

Ook niet, ook geen

Ne ... Plus

Ne ... Pas encore

Ne ... Rien

Ne ... Pas

Ne ... Jamais

Il n'a trouvé qu'une solution.

1. Hij heeft geen oplossing gevonden.
2. Hij heeft maar één oplossing gevonden.
3. Hij heeft niets gevonden.
4. geen vertaling is goed

Vertaal naar het Frans:
We willen niet meer doorgaan.

1. On ne veut pas du tout continuer.
2. On ne veut plus jamais continuer.
3. On ne veut plus continuer.
4. On ne veut pas encore continuer.

Je veux manger= ik wil eten
Hoe zeg je: ik wil niets eten

1. Je ne veux manger rien
2. Je veux ne rien manger
3. Je ne veux rien manger
4. Je veux ne manger rien

Ik wil niemand zien.

1. Je vois personne.
2. Je ne veux rien voir.
3. Je ne veux voir personne.
4. Je ne veux personne voir.

Ik heb niemand gezien.

1. Je n'ai pas vu personne.
2. Je n'ai personne vu.
3. Personne ne m'a vu.
4. Je n'ai vu personne.

je fais mes devoirs

j' ai un chien

je ne fais pas mes devoirs
je n'ai pas de chien

NIETS = "ne....rien"

J'ai tout

Je n' ai rien

Tu veux un café?

Je ne veux rien

ATTENTION!

Le contraire de "tout" = "ne...rien"

le contraire de "quelque chose"(iets) = "ne ..rien"

maak ontkennend:
je vois quelqu'un

1. je vois quelqu'un personne
2. je ne vois personne quelqu'un
3. je ne vois personne
4. je ne vois pas personne

Geef een ontkennend antwoord!
Tu as vu quelqu'un?

1. J'ai vu ne personne.
2. Je n'ai personne vu.
3. Je ne personne vu.
4. Je n'ai vu personne.

Ik zie niets.

Ik hoor niemand.

Niets is waar.

Niets is gebeurd (er is niets gebeurd).

Niemand heeft het ongeluk gezien.

Je ne vois rien.

Je n'entends personne.

Rien n'est vrai.

Rien ne s'est passé.

Personne n'a vu l'accident.

Als niets en niemand onderwerp zijn van de zin, gebruik je rien ne + pv of personne ne + pv.

Niemand kent hem.

1. Personne ne le connaît.
2. Ne personne le connaît.
3. Je ne connais personne.
4. Personne ne le connaît pas.

Let op: als je een vraag beantwoordt, moet je sommige woorden die in de vragen staan niet in je antwoord opnieuw gebruiken 

- Déjà (al) = ne/n’ …. pas encore (nog niet)

- Quelque chose (iets) = ne/n’….. rien (niets)  - Tout (alles) = ne/n'.... rien (niets)

- Quelqu’un (iemand) = Ne/n’…. personne (niemand).

- Encore (nog) = ne/n’ … plus (niet meer) 

- Souvent (vaak / dikwijls) = ne/n’ …. Jamais (nooit)

- Toujours (altijd) = = ne/n’ …. Jamais (nooit) 

- Un (een) = Ne/n’ …. aucun(e) (geen enkel(e)

- Beaucoup (veel) = Ne/n’…. que (slechts / alleen maar) 

Non, je n’ai que deux robes. (Nee, ik heb slechts twee jurken)

Maak ontkennend
Il est déjà parti (nog niet)

Beantwoord de vraag
Tu as

Beantwoord de vraag
Vous voulez quelque chose? (niets)

Beantwoord de vraag
Tu connais quelqu'un ici? (niemand)

Beantwoord de vraag
Tu as encore faim? (niet meer)