1+ mercredi le 21 avril

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

1+ mercredi le 21 avril

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

- wie herkanst vandaag een extra oefening? (van het pw)

dat doen we aan het eind van de les

- woordjes overhoren (blok A+B chapitre 6)

- herhaling grammatica over een vraag stellen/vraagwoord

- 

Vertaal naar het Frans:
met de auto=

Vertaal naar het Frans:
je wilt

Vertaal naar het Frans:
zoeken=

HET OOSTEN

HET NOORDEN

HET WESTEN

HET ZUIDEN

L'OUEST

LE NORD

L'EST

LE SUD

sorry, kunt u mij helpen ?

Ja natuurlijk

Ik zoek de bioscoop.

Het is rechtdoor en daarna rechtsaf.

Kunt u het herhalen?

Is het ver ?

Dan gaan we met de bus.

Excusez-moi, vous pouvez m'aider ?

Oui, bien sûr.

Je cherche la gare.

Vous pouvez répéter ?

On y va en bus .

C'est loin ?

C'est tout droit en ensuite à droite.

Je cherche le cinéma.

C'est à droite et ensuite tout droit.

Richting aangeven

Naar links

Naar rechts

Rechtdoor

Oversteken

Tout droit

À droite

Traverser

À gauche

en voiture

à pied

en train

à velo

en bus

Poser une question

1. Zonder een vraagwoord

2. Met een vraagwoord

Vraagwoorden

Quand	Wanneer
Combien	Hoeveel
Comment	Hoe
Où	Waar
Pourquoi	Waarom
Qui	Wie
Qu'est-ce que	Wat

Regel

1.     Vraagwoord achteraan.
2.     Vraagwoord vooraan.
3.     Vraagwoord vooraan gevolgd door inversie.

wat is niet een vraagwoord?

1. pourquoi
2. combien
3. quand
4. est

Wat is geen vraagwoord?

1. Combien
2. quand
3. pour
4. quel

les devoirs pour demain:

mk p.61 ex. 16e +17a

mk p.62 ex. 17d+e+f

mk p.144 ex. 19a