Imperativo

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

3de persoon Presente = gebiedende wijs "jij" vorm enkelvoud. 

Slide 3 - Diapositive

Imperativo

Slide 4 - Diapositive

Bij de Imperativo, hebben deze werkwoorden ook een klinkerwisseling.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

TIPS
Het hele werkwoord min de letter R = imperativo jij vorm enkelvoud. (alleen bij regelmatige w.w. van de groep AR en ER)
Comer: Come más frutas y verduras.

De letter R van het hele werkwoord vervagen door D = imperativo jij vorm meervoud.
Comer: Comed más furtas y verduras.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

TIPS
Werkwoorden waarin een letter G of Y toegevoegd wordt in de ik vorm, zijn onregelmatig in de gebiedende wijs.  

Pongo, salgo, vengo, hago, digo, tengo

Soy, voy

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

¿En qué oración se usa el imperativo? 
Debes comer mucha fruta y verdura.
Tienes que beber mucha agua.
Intenta evitar el alcohol.
Es bueno caminar una media hora al día.
Puedes hacer un deporte activo.
Lo mejor es dormir muchas horas.

Slide 16 - Diapositive