1bkt, Werkwoordspelling, verleden tijd pv sterke werkwoorden

Welkom!
Je legt je spullen voor de les klaar:
-leesboek;
-lesboek, schrift + pen;
-laptop (dicht);
en gaat rustig zitten.

timer
2:30
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Je legt je spullen voor de les klaar:
-leesboek;
-lesboek, schrift + pen;
-laptop (dicht);
en gaat rustig zitten.

timer
2:30

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Lezen
  • Planning deze week
  • Lesdoelen
  • Uitleg pv sterke ww verleden tijd
  • Zelfstandig werken
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 2 - Diapositive

Vlog leesboek
Boek: Alaska
Schrijfster: Anna Woltz

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Lezen in stilte
timer
10:00
#boekpraat:
*Wie is de hoofdpersoon in je boek?
*Beschrijf het uiterlijk en het innerlijk.

Slide 5 - Diapositive

Planning deze week
Dinsdag 31 oktober 2023: bespreken toets cursus 1 'meer dan lezen'.

Donderdag 2 november 2023:
inleveropdracht eerste opdracht fictiedossier.


Slide 6 - Diapositive

Lesdoel
Je leert werkwoorden correct spellen.

Je leert de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd te spellen.

Slide 7 - Diapositive

Verleden tijd
Voor het schrijven van een persoonsvorm in de verleden tijd (pvvt) moet je eerst weten of het een sterk werkwoord is of een zwak werkwoord. Bij sterke werkwoorden verandert de klank in de verleden tijd: zwemmen → zwommen; ruiken → roken.

Slide 8 - Diapositive

Verleden tijd
Zo schrijf je de persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden:
Schrijf het woord zo kort mogelijk:
– lopen → liepen; blaas → blies.
Gebruik alleen dubbele letters (zoals -dd of -kk) als dat nodig is voor de uitspraak:
– rijden → reden; hebben → hadden.



Slide 9 - Diapositive

Verleden tijd
Zo schrijf je de persoonsvorm verleden tijd van sterke ww: 
Kijk naar het meervoud om erachter te komen of het woord op een -d of een -t eindigt:
– ik bond, want: wij/jullie/zij bonden.
– hij beet, want: wij/jullie/zij beten.
Let op: een persoonsvorm in de verleden tijd eindigt nooit op -dt.


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Zelfstandig werken
Je werkt online of uit je lesboek en schrift :
som/leermiddelen/Nederlands/ cursus 7 spelling/ Persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden
bk: $11, blz. 230, opdracht 1 t/m 5B
kgt: $11, blz. 238, opdracht 1 t/m 5
Schema ww spelling:
bk: blz. 263
kgt: blz. 267
timer
25:00

Slide 12 - Diapositive

Evaluatie
*Wat heb je geleerd deze les?

*Wie heeft er nog een vraag?
Je kunt altijd extra oefenen via www.cambiumned.nl / werkwoordspelling

Slide 13 - Diapositive

BK boek, opdracht 2 uitleg!

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive