Les 1 - 3.1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Lezen H3

Les 1

3.1

Doel van de les

Je leert hoe het Nederlands zich heeft ontwikkeld en wat taalfamilies zijn

Voorbereiding

-

Lesindeling

• Kort herhalen theorie lezen H1 en H2
•  Bekijken H1 (blz. 50)
• Maken verkenning opdr. 1 en 2 (blz. 50)
• Bespreken verkenning
• Lezen en bespreken tekst blz. 51

Lesindeling

• Kort herhalen theorie lezen H1 en H2
•  Bekijken H1 (blz. 50)
• Maken verkenning opdr. 1 en 2 (blz. 50)
• Bespreken verkenning
• Lezen en bespreken tekst blz. 51

Theorie H1 en H2

• Woorden en hun betekenissen
• Leesdoelen en leesmanieren
• Tekstsoorten
• Tekstdoelen
• Onderwerp van een tekst

Uitleg in de zin

Synoniem in de buurt

Samenstelling met bekend deel

Lijkt op andere taal

Verkennend lezen

Intensief lezen

Studerend lezen

Zoekend lezen

Verhalende teksten

Informerende teksten

Waarderende teksten

Verhalende teksten: vermaken, ervaring delen

Informerende teksten: beschrijven, instructie geven, verklaren, activeren

Waarderende teksten: overtuigen, beoordelen

Een woord of woordgroep waarover de hele tekst gaat.

Lesindeling

• Kort herhalen theorie lezen H1 en H2
•  Bekijken H1 (blz. 50)
• Maken verkenning opdr. 1 en 2 (blz. 50)
• Bespreken verkenning
• Lezen en bespreken tekst blz. 51

Lesindeling

• Kort herhalen theorie lezen H1 en H2
•  Bekijken H1 (blz. 50)
• Maken verkenning opdr. 1 en 2 (blz. 50)
• Bespreken verkenning
• Lezen en bespreken tekst blz. 51

Werken aan

Werken aan opdr. 1 en 2 blz. 50

Lesindeling

• Kort herhalen theorie lezen H1 en H2
•  Bekijken H1 (blz. 50)
• Maken verkenning opdr. 1 en 2 (blz. 50)
• Bespreken verkenning
• Lezen en bespreken tekst blz. 51

Lesindeling

• Kort herhalen theorie lezen H1 en H2
•  Bekijken H1 (blz. 50)
• Maken verkenning opdr. 1 en 2 (blz. 50)
• Bespreken verkenning
• Lezen en bespreken tekst blz. 51

Oud-Hollandse woorden

• Slabakken
• Huisduif
• Saffiaantje
• Goudvinger
• Jammermoedig
• Strapatsen
• Knevel
• Gamine
• Sakkerloot 
• Quatsch

Oud-Hollandse woorden

• Slabakken - Treuzelen, talmen, hoetelen. 
• Huisduif - Verfrissende variant op de huismus: iemand die altijd thuis zit.
• Saffiaantje - Sigaret of – zo goed als zelf vergeten – sigaar. Ook wel afgekort als saffie. 
• Goudvinger - Ringvinger.
• Jammermoedig - Verdrietig. Alleen van het woord al word je minder bedroefd.
• Strapatsen - Bokkensprongen, kuren, of, als we het willen laten rijmen: fratsen
• Knevel - Officiële betekenis: baard op de bovenlip. Je kunt het ook gewoon snor noemen. 
• Gamine -  Een kwajongensachtig meisje. 
• Sakkerloot - Uitroep van verbazing, al sinds 1612. Ter afwisseling is er ook 'sapperloot'.
• Quatsch - Apekool, onzin

Heb je het doel bereikt?

• Je weet hoe het Nederlands is ontstaan en
  wat taalfamilies zijn
• Ik kan bepalen of een tekst Oud-, Middel- of Nieuwnederlands is
• Ik kan uitleggen wat taalverandering is

Ja, ik weet het

Exit ticket

Heb je het gevoel dat je de woorden uit dit hoofdstuk kent?

😒🙁😐🙂😃

Welke twee woorden vind je moeilijk?