Arbeidsmarkt - verplichte context

Waar denk je aan bij de arbeidsmarkt?
1 / 28
suivant
Slide 1: Carte mentale
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Waar denk je aan bij de arbeidsmarkt?

Slide 1 - Carte mentale

Leerdoelen  Arbeidsmarkt 
  • Je kent de begrippen beroepsgeschikte bevolking en beroepsbevolking
  • Je kunt de bruto en netto participatiegraad berekenen
  • het aanbod op de arbeidsmarkt beschrijven
  • de vraag op de arbeidnarkt beschrijven
  • begrippen krappe en ruime arbeidsmarkt
  • hoe loon en overige arbeidsvoorwaarden tot stand 
  • je kent verschillende oorzaken van werkloosheid


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Marktwerking

Slide 4 - Diapositive


De arbeidsmarkt is een ...
A
abstracte markt
B
concrete markt

Slide 5 - Quiz

Is arbeid een homogeen of een heterogeen product?
A
Homogeen
B
Heterogeen

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat is het aanbod op de arbeidsmarkt?
A
Mensen die betaald werk doen.
B
Mensen die op zoek zijn naar betaald werk.
C
Mensen die betaald werk doen en mensen die op zoek zijn naar betaald werk.
D
Beroepsbevolking

Slide 9 - Quiz

Vraag naar arbeid
Aanbod van arbeid
De JUMBO is op zoek naar vakkenvullers.
Rico wil graag als postbezorger aan de slag.

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Beroepsgeschikte bevolking is 10 mln
waarvan 6 mln mensen een baan hebben en
1 mln mensen werkloos zijn
A
brutoparticipatiegraad = 70%
B
nettoparticipatiegraad = 50%
C
brutoparticipatiegraad = 10%
D
nettoparticipatiegraad = 70%

Slide 12 - Quiz

Hoe kunnen we de
participatiegraad vergroten ?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Was er in het filmpje sprake van een krappe of ruime arbeidsmarkt

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Bij een krappe arbeidsmarkt is er meer/minder werkloosheid dan op een ruime arbeidsmarkt.
A
Meer
B
Minder

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Een minimumloon geeft een aanbodoverschot

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
Omdat de fabriek die luxe zwembaden maakt, veel minder zwembaden verkoopt, zijn er 15 mensen ontslagen.
Er worden steeds meer caissières ontslagen nu de supermarkt meer zelf-scan-kassa's heeft gekocht
Steeds meer reisbureaus moeten sluiten omdat mensen vaker via internet hun vakantie boeken

Slide 25 - Question de remorquage




WAT vertellen de details in dit plaatje over de huidige arbeidsmarkt?

Slide 26 - Carte mentale

Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt als de vraag naar 
arbeid                              is dan het aanbod van arbeid. Werkgevers blijven zitten met onvervulde                              . Werkgevers zullen dat proberen op te vangen door bijvoorbeeld werknemers te 
laten                              of door mensen uit andere landen in dienst 
te nemen. Omdat werkgevers met elkaar                              om werknemers en omdat werknemers de banen voor het uitzoeken hebben, leidt een krappe arbeidsmarkt meestal tot 
hogere                              . Die hogere lonen kunnen ertoe leiden, dat personen die eerst niet wilden werken (bijvoorbeeld moeders 
of                              ), nu toch hun arbeid aanbieden. 
ouderen
concurreren
overwerken
lonen
groter
arbeidsplaatsen

Slide 27 - Question de remorquage

Start H 2.4: opg. 42+44+46+47+50+52+54

Slide 28 - Diapositive