zesde les

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

(Die Bücher auf dem Tisch)

Was machen wir heute?

• Die Hausaufgaben :(
• Grammatik kurze Wiederholung
• Sprechen Aufgabe 19, 20, 21 und (22)
• Die Hausaufgabe: lesen 

Lernziele (Kapitel 1): 

- Aan het einde van hoofdstuk 1 kan ik de uitspraakregels 'Vokale' toepassen.

- Aan het einde van hoofdstuk 1 kan ik de getallen 0-20 opnoemen.

- Aan het einde van hoofdstuk 1 kan ik alle persoonlijk voornaamwoorden + het werkwoord 'sein'

- Aan het einde van hoofdstuk 1 kan ik mijzelf kort in het Duits voorstellen

Die Hausaufgaben

Die Zahlen 0-20 lernen + die Aussprache üben + die Grammatik lernen

Die Aufgaben 8 und 9 machen

Grammatik üben

1. Tom und Claudia ...... nimmer pünktlich, aber heute ...... sie pünktlich!
2. ..... ihr kluge Schüler?
3. Mein Hund ..... super süß. 
4. Wir ..... nimmer in den USA gewesen, aber ich möchte das gern. 
5. Die Lehrerin ..... sehr böse, aber ich .....  froh. 
6. Max und ich .... meistens früh zu Hause.

Grammatik erklärung

Persoonlijk voornaamwoord 

enkelvoud 

ik = ich 

jij = du

hij = er

zij = sie

het = es

meervoud

wij = wir

jullie = ihr 

zij = sie 

u = Sie 

Grammatik erklärung

das Verb 'sein' (het werkwoord 'zijn')

Meervoud

wij zijn = wir sind

jullie zijn = ihr seid

zij/ Max en Lisa zijn = sie/ Max und Lisa  sind

u bent = Sie sind 

Enkelvoud

ik ben = ich bin

jij bent = du bist

hij/ Max is = er/ Max ist

zij/ Lisa is = sie/ Lisa ist

het/ het kind is = es/ das Kind ist

Sprechen

1. Sprachmittel durchnehmen (Seite 22/23)
2. Zu zweit die Aufgaben 20 und 21 vorbereiten und üben (let op elkaars uitspraak).
3. Die Gespräche anhören.
4. (Spiel, Aufgabe 22)

Lesen

1. Kapitel 2: Aufgabe 44 (zusammen) lesen (Seite 56/57). 
   
2. Die Aufgaben 44 und 45 selbst machen. 

Die Zahlen 0-20

0 = null

1 = eins

2 = zwei

3 = drei

4 = vier

5 = fünf

6 = sechs

7 = sieben

8 = acht

9 = neun

10 = zehn 

11 = elf

12 = zwölf

13 = drei+zehn = dreizehn

14 = vier+zehn= vierzehn

15 = fünf+zehn= fünfzehn

16 = sechzehn (zonder -s)

17 = siebzehn (zonder -en)

18 = acht+zehn= achtzehn

19 = neun+zehn= neunzehn

20 = zwanzig

Spiel (spel)?

Die Hausaufgaben

Die Zahlen 0-20 lernen + die Aussprache üben + die Grammatik lernen

Die Aufgaben 44 und 45 (Seite 56/57) -> 

Kapitel 2

Die Lernziele (Kapitel 1)

Lernziele:

- Aan het einde van hoofdstuk 1 kan ik de uitspraakregels 'Vokale' toepassen.

- Aan het einde van hoofdstuk 1 kan ik de getallen 0-20 opnoemen.

- Aan het einde van hoofdstuk 1 kan ich alle persoonlijk voornaamwoorden + het werkwoord 'sein' toepassen

Bereikt? Zo niet, hoe kan jij dit wel bereiken?