Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Verschil tussen SER - ESTAR - HAY
¡ Hola chicos !
Bienvenidos
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
¡ Hola chicos !
Bienvenidos
Slide 1 - Diapositive
Programa de hoy
SER - ESTAR - HAY
Slide 2 - Diapositive
Na deze les
Weet je wat
SER - ESTAR - HAY
betekenen
Weet je wanneer je welk werkwoord gebruikt
Kan je ze zelf toepassen in korte zinnetjes
Kan je aan de slag met je filmpje!
Slide 3 - Diapositive
???????
Weten we nog wat SER en ESTAR betekenen?
Slide 4 - Diapositive
SER y ESTAR
Betekenen allebei
ZIJN
Maar
ESTAR
betekent ook 'zich bevinden', 'liggen'
Je gebruikt
estar
dus bij plaatsbepalingen.
Het vraagwoord
waar
(dónde) zie je vaak hierbij
Bijvoorbeeld:
¿dónde está la iglesia?
Slide 5 - Diapositive
(yo)
soy
(tú)
eres
(él, ella, usted)
es
(nosotros/as)
somos
(vosotros/as)
sois
(ellos/as, ustedes)
son
ik
ben
jij
bent
hij, zij
is
/
u
bent
wij
zijn
jullie
zijn
zij
zijn
Ser
Zijn
Slide 6 - Diapositive
(yo)
estoy
(tú)
estás
(el, ella, usted)
está
(nosotros/as)
estamos
(vosotros/as)
estáis
(ellos, ellas)
están
ik
ben, bevind mij
jij
bent, bevindt je
hij, zij
is
/ u
bent , bevindt zich
wij
zijn, bevinden ons
jullie
zijn, bevinden je
zij
zijn, bevinden zich
Estar
Zijn
(zich bevinden, liggen)
Slide 7 - Diapositive
Wanneer gebruik je SER?
SER
gebruiken we voor
eigenschappen
die niet veranderen.
Wie je bent of wie iemand is >>
Soy María - Él es Juan
Vaste eigenschappen, karakter >>
Ana es simpática
Fysieke eigenschappen >>
Juan es alto
Nationaliteit >>
Ana es francesa
Afkomstig zijn uit >>
Soy de Hilversum
Slide 8 - Diapositive
Wie? - ¿ Quién?
Él
es
Bob Esponja.
Él
es
un amigo.
Él
es
muy simpático.
Slide 9 - Diapositive
Wanneer gebruik je ESTAR?
Bij
tijdelijke toestanden
en
plaatsbepalingen.
Tijdelijke emotionele of fysieke toestand >>
Estoy triste
Bij plaatsbepalingen om aan te geven waar iets ligt of zich bevindt >>
La escuela está en Hilversum
Na het vraagwoord Dónde >>
¿Donde estás?
Maar let op: ik ben in Amsterdam >>> Estoy EN Ámsterdam
maar ik kom uit Amsterdam >>> Soy DE Ámsterdam
Slide 10 - Diapositive
Estoy en la escuela.
Estoy en la casa de mis amigos.
Estoy en el centro de Hilversum.
Slide 11 - Diapositive
Wanneer gebruik je HAY (er is/er zijn)?
Hay
wordt gebruikt als het onderwerp nog onbepaald is of als er een getal achter komt:
HAY + ONBEPAALD LIDWOORD:
Hay una
escuela en el pueblo
HAY + GETALLEN:
Hay
20
chicas en la clase.
HAY + ONBEPAALDE HOEVEELHEDEN:
Hay muchas
tiendas de ropa en el centro de Hilversum.
Slide 12 - Diapositive
Het rijtje van HAY:
Hay is onveranderlijk (geen enkel-of meervoud) en betekent
ER IS, ER ZIJN
Je hoeft dus geen rijtje te leren!!!
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Ser
Estar
... met mijn
hond
in de tuin
... op het strand
... rood en zwart
... op de tafel
... tevreden
... erg oud
... docent
... in bad
... Frans
Waar ... ?
... knap
... blij
... lief
... groot
Slide 15 - Question de remorquage
Vul de juiste vorm van SER in: Mis amigos ... holandeses.
A: es
B: eres
C: soy
D: son
A
es
B
eres
C
soy
D
son
Slide 16 - Quiz
Yo... deportista (sportief).
A: eres
B: soy
C: somos
D: sois
A
eres
B
soy
C
somos
D
sois
Slide 17 - Quiz
Vul de juiste vorm van ESTAR in: Yo... enamorado (verliefd).
A: estoy
B: estás
C: está
D: estamos
A
estoy
B
estás
C
está
D
estamos
Slide 18 - Quiz
Hola chicos ¿dónde ...?
A: estáis
B: estamos
C: está
D: estáis
A
estáis
B
estamos
C
está
D
estás
Slide 19 - Quiz
Vul de juiste vorm van SER, ESTAR of HAY in: Yo... triste
A: estoy
B: soy
C: hay
D: estáis
A
estoy
B
soy
C
hay
D
estáis
Slide 20 - Quiz
Hola chicos ¿cómo...?
A: sois
B: estáis
C: hay
D: estamos
A
sois
B
estáis
C
hay
D
estamos
Slide 21 - Quiz
¿Cuántos museos ... en Amsterdam?
A: sois
B: estamos
C: hay
D: eres
A
sois
B
estamos
C
hay
D
eres
Slide 22 - Quiz
Mis amigos ... en el cine.
A: son
B: eres
C: hay
D: están
A
son
B
eres
C
hay
D
están
Slide 23 - Quiz
AFSLUITING
WAT HEBBEN WE VANDAAG GELEERD?
WAAR HEBBEN WE NOG MOEITE MEE ?
VRAGEN?
Slide 24 - Diapositive
Practicamos
https://www.bookwidgets.com/play/C4TF0Xgk-iQAE1ziQQgAAA/ADE5PAS/extra-ser-esta?teacher_id=5762646504636416
Slide 25 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Ser, Hay, Estar nov.2024
Novembre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
SER-ESTAR-HAY
Septembre 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Repaso
Novembre 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Spaans
MBO
Studiejaar 1
SER-ESTAR-HAY
Avril 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
SER-ESTAR-HAY
Octobre 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Spaans
MBO
Studiejaar 1
Repaso
Novembre 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Spaans
MBO
Studiejaar 1
A2D P3 Les 2 - CBZ (03-02-2021)
Février 2021
- Leçon avec
23 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
A2C - Periode 3 - H5 Les 2 - GSE (28-01-2022)
Janvier 2022
- Leçon avec
33 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2