4v H3 p5 Klimaatgebieden B

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag gaan we oefenen

Slide 2 - Diapositive

5 hoofdgroepen --> hoofdletter A t/m E
A= Tropische klimaten
B=Droge klimaten*
C= Zeeklimaten
D= Landklimaten
E=Koude klimaten

*B=uitzondering, wordt als enige NIET door temperatuur bepaald

Slide 3 - Diapositive

Welke hoofdgroep als de temperatuur het hele jaar boven 18 is?
A
Tropische klimaten (A)
B
Zeeklimaten (C)
C
Landklimaten (D)
D
Koude klimaten (E)

Slide 4 - Quiz

Welke hoofdgroep als de zomer niet erg heet is en de winter niet erg koud?
A
Tropische klimaten (A)
B
Droge klimaten (B)
C
Zeeklimaten (C)
D
Landklimaten (D)

Slide 5 - Quiz

Welke vragen moet je stellen:
  1. Hoeveel neerslag valt er in het jaar? (heb je te maken met een B-klimaat?)
  2. Wat is de temperatuur in de warmste maand, welke maand?
  3. Wat is de temperatuur in de koudste maand, welke maand?
  4. Ligt de plaats op het NH of ZH?
  5. Is er sprake van een droge tijd? (A=<50mm, C of D=<30mm)
  6. Zo ja welk seizoen?
  7. temperatuurgrenzen bepalen hoofdletter, neerslagverdeling bepaalt kleine letter.
Cs

Slide 6 - Diapositive

A=tropisch klimaat
Kenmerken
Het A-klimaat heeft als belangrijkste kenmerk dat het warm is. De gemiddelde temperatuur is in de koudste maand hoger dan 18 'C.
Er kan het gehele jaar regen vallen, maar het hoeft niet.
grafiek

Slide 7 - Diapositive

B=droog klimaat
grafiek
Kenmerken
Het B-klimaat is heet en droog. Dit klimaat wordt niet bepaald door temperatuur, maar door de hoeveelheid neerslag. 
In een woestijn valt minder dan 250 mm neerslag. In een steppeklimaat is dat tussen de 250 en 500 mm per jaar. De verdamping is hoog.
In een droog klimaat is de gemiddelde temperatuur wel hoger dan 10'C 

Slide 8 - Diapositive

C=zeeklimaat
Kenmerken
Het C-klimaat is het gematigde zeeklimaat. De gemiddelde temperatuur in de warmste maand is meer dan 10 'C. In de koudste maand de temperatuur gemiddeld boven -3 'C en onder 18 'C.
Er kan het gehele jaar neerslag vallen, maar het hoeft niet.
grafiek

Slide 9 - Diapositive

D=landklimaat
grafiek
Kenmerken
Het D-klimaat is het landklimaat. De invloed van de zee is er niet, waardoor de verschillen tussen warme en koude perioden groter zijn.
De gemiddelde temperatuur in de koudste maand ligt onder -3 'C en in de warmste maand boven 10 'C. Er kan het gehele jaar neerslag vallen maar het hoeft niet.

Slide 10 - Diapositive

E=poolklimaat
grafiek
Kenmerken
Het E-klimaat is het koudste klimaat. In de warmste maand wordt het nooit warmer dan 10 'C.
Het poolklimaat vind je niet alleen bij de polen, maar ook hoog in de bergen.

Slide 11 - Diapositive

Welke hoofdgroep?
Geef die ene hoofdletter die past

Slide 12 - Question ouverte

Welke hoofdgroep?
Geef die ene hoofdletter die past

Slide 13 - Question ouverte

Welke hoofdgroep?
Geef die ene hoofdletter die past

Slide 14 - Question ouverte

Welke hoofdgroep?
Geef die ene hoofdletter die past

Slide 15 - Question ouverte

Welke hoofdgroep?
Geef die ene hoofdletter die past

Slide 16 - Question ouverte

Even tussendoor
Geef een snelle upload van een internetplaatje van het klimaat waar je op vakantie wil gaan, of bent geweest

Slide 17 - Question ouverte

Welke hoofdgroep?
Geef die ene hoofdletter die past

Slide 18 - Question ouverte

Welke hoofdgroep?
Geef die ene hoofdletter die past

Slide 19 - Question ouverte

Bij welke hoofdletters kan er een kleine letter (f, s of w) volgen?
A
A, D, E
B
A, B, C
C
A, B, E
D
A, C, D

Slide 20 - Quiz

Je ziet straks 3 klimaatgrafieken voorbij komen, welke klimaten volgens Köppen horen erbij?

Slide 21 - Diapositive


A
As
B
Af
C
BW
D
BS

Slide 22 - Quiz


A
Cs
B
Cf
C
Dw
D
Df

Slide 23 - Quiz


A
Cs
B
Cw
C
Df
D
Dw

Slide 24 - Quiz

BW 
Af
Cf
EF
Df
Af
BW
Cf

Slide 25 - Question de remorquage

De tweede letter bij groep B 
  • BS = Steppe (beetje neerslag/tussen 200 en 500 mm
  • BW= Woestijn (geen neerslag/minder dan 200 mm)

Slide 26 - Diapositive

De tweede letter bij groep B en E
  • In groep B en E valt niet zoveel neerslag. 
  • Daarom heeft Köppen een ander systeem
  • De tweede letter is een hoofdletter
  • BS (Steppe) of BW (Woestijn)
  • ET (Toendra) of EF (Vorst) of EH (Hooggebergte)

Slide 27 - Diapositive

300-500 mm per jaar

Slide 28 - Diapositive

<300 mm per jaar

Slide 29 - Diapositive

Wat voor klimaat volgens Koppen zie je hier?
A
BW
B
BS
C
BF
D
BD

Slide 30 - Quiz

Welk klimaat is hier?
A
BS
B
BW
C
Cw
D
Af

Slide 31 - Quiz

De tweede letter bij groep E
ET = Toendra - warmste maand onder 10 graden
EF= Vorst - warmste maand onder 0 graden
EH= Hooggebergte - zelfde als ET, maar dan in berggebieden

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Wat voor klimaat zie je hier volgens Koppen?
A
Af
B
EH
C
EF
D
ET

Slide 34 - Quiz

Welk klimaat is dit?
A
Aw
B
BS
C
Cf
D
Af

Slide 35 - Quiz

Klimaatsysteem van Köppen

Slide 36 - Diapositive

1
2
3
4
5
6

Slide 37 - Question de remorquage

Slide 38 - Lien


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Sondage


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
nog meer van zulke lessen
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 40 - Sondage


Nog iets anders, namelijk...

Slide 41 - Question ouverte