Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
P2 -2HV -Unidad 4 Les 2 Gramática: Querer
¡Bienvenidos a tu clase de español!
2
Hoy es lunes
16
de diciembre
de 2024
P2. Comidas y bebidas
Gramática: Querer
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
¡Bienvenidos a tu clase de español!
2
Hoy es lunes
16
de diciembre
de 2024
P2. Comidas y bebidas
Gramática: Querer
Slide 1 - Diapositive
El programa
Controlamos el vocabulario
Vocabulario 4,5,6
Verbos regulares
Nuevo verbo: Querer
Deberes
Slide 2 - Diapositive
Controlamos los deberes
Voca Unidad 4 blz 107 (NL-SP)
1-10
timer
5:00
Slide 3 - Diapositive
Vocabulario
comidas y bebidas
pág 43
, ejercicios 1,2,3
Slide 4 - Diapositive
De volgende pagina neem je over in je schrift.
Slide 5 - Diapositive
Nog even over de toets van Unidad 3....
Lees de vragen steeds goed!
Is het zelfstandig naamwoord meervoud? Dan ook lidwoord in meervoud; el tíos(?) >> los tíos
-SE werkwoorden: de vervoeging bestaat altijd uit
2 stukjes; me llamo, se arregla, nos levantamos. (me, te, se, nos, os , se)
LLAMARSE is iets anders dan SER: son llaman bestaat niet
Vertaal óók het lidwoord als je bv "het boek" moet vertalen. libro is dan niet genoeg.
Regelmatige ww 1:
Tú
heeft in de vervoeging altijd een S aan het eind.
Regelmatige ww 2: Bij -AR zit in de vervoeging een A, behalve bij yo (o)
Regelmatige ww 3: Bij -ER en IR zit in de vervoeging en E, behalve bij yo (o).
Bij IR werkwoorden komt de i wel in de vervoeging bij nosotros en vosotros: vivimos en vivís. NIET bij ellos/ellas: Vivin bestaat dus NIET!
Regelmatige ww 4 het accent bij vosotros : bij AR ww op de A (habláis), bij ER ww op de E (coméis) en bij IR ww op de I ( escribís).
Let op hoe je schrijft: neuve en cautro(?) ; n
ue
ve , c
ua
tro. Dit is de gangbare volgorde bij deze dubbele klinkers.
Bijvoegelijk nvw: is zelfst nw mannelijk? dan bijv nw ook: barba largo(?) >>>
barba larga
Mannelijk<> vrouwlijk >> L.O.N.E.R.S <> D.ION.Z.A.
Denk aan de uitzonderingen!
Slide 6 - Diapositive
El juego de los dados
1: Yo
2: Tú
3: Él/ella/usted
4: nosotros
5: vosotros
6: ellos/ellas/ustedes
Speldoc
timer
1:00
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Querer = Willen
Onregelmatig werkwoord
(net zoals ser & tener)
Blz 44, ej 1
Slide 9 - Diapositive
¿Qué significa: querer?
A
doen/maken
B
willen
C
vragen
D
antwoorden
Slide 10 - Quiz
Hoe vervoeg je het werkwoord 'querer' (ie) naar: ik wil
Slide 11 - Question ouverte
Hoe vervoeg je het werkwoord 'querer' (ie) naar: wij willen
Slide 12 - Question ouverte
Hoe vervoeg je het werkwoord 'querer' (ie) naar: hij wil
Slide 13 - Question ouverte
Hoe vervoeg je het werkwoord 'querer' (ie) naar: zij willen
Slide 14 - Question ouverte
Quizlet live
werkwoord querer
Slide 15 - Diapositive
Regelmatige werkwoorden
-
AR
-
ER
-
IR
BAIL
AR
COM
ER
VIV
IR
(yo) bail
o
com
o
viv
o
(tú) bail
a
s
com
e
s
viv
e
s
(él, ella, usted, ..) bail
a
com
e
viv
e
(nosotros/-as) bail
a
mos
com
e
mos
viv
i
mos
(vosotros/-as) bail
á
is
com
é
is
viv
í
s
(ellos, ellas, ustedes, ..) bail
a
n
com
e
n
viv
e
n
Slide 16 - Diapositive
Wat is de stam van hablar/comer/vivir?
Slide 17 - Question ouverte
Op welke letter eindigt de eerste persoonsvorm (yo)?
Slide 18 - Question ouverte
yo
Tú
él, ella, usted
nosotros/ nosotras
vosotros/ vosotras
ellos, ellas, ustedes
viven
hablo
vende
vivimos
vendo
es
eres
habla
aprendemos
estudiáis
trabajan
hablamos
vivís
escribes
buscamos
sois
son
Slide 19 - Question de remorquage
Nosotros (vivir)
A
vivisteis
B
vivimos
C
vivemos
D
vivís
Slide 20 - Quiz
Vosotros (vivir)
A
vivisteis
B
vivimos
C
vivemos
D
vivís
Slide 21 - Quiz
Vosotros ...................(vivir) en Ámsterdam
A
vivas
B
vives
C
vivís
D
vivéis
Slide 22 - Quiz
Nosotros...........(hablar) español.
Slide 23 - Question ouverte
Vosotras...........(hablar) español y holandés.
Slide 24 - Question ouverte
hablar, tú
Slide 25 - Question ouverte
lavarse, tú
Slide 26 - Question ouverte
levantarse, él
Slide 27 - Question ouverte
APRENDE (LEER):
VOCABULARIO 1 t/m 30 ( NL> ESP)
HACER (MAKEN):
ejercicios 4,5,6 (pág 43)
y ejercicio 1 ( pág 44)
Los deberes para la próxima clase
(het huiswerk voor de volgende les...)
¡Mucha suerte!; veel succes!
Slide 28 - Diapositive
y... ¿Qué has aprendido hoy?
¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)
Slide 29 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Hablar Comer Vivir
Novembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Hablar Comer Vivir
Novembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Les 2
Février 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Spaans
HBO
Studiejaar 3
C2 U5 ww vervoegen indefinido - imperfecto
Septembre 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
ww tijden - vervoegen
Avril 2022
- Leçon avec
42 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2HV - AKL - Les 11
Décembre 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Compañeros Unidad 3. Gramática El presente -AR, -ER, -IR
Décembre 2022
- Leçon avec
39 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les ma 27/11
Novembre 2017
- Leçon avec
10 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2