Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we vandaag doen?
Mentorkwartier: 09:00 - 09:15
Techniek: 09:15 - 10:15
Pauze: 10:15 - 10:45
Nederlands: 10:45 - 11:45
Pauze: 11:45 - 12:45
Rekenen: 12:45 - 14:00
Slide 1 - Diapositive
mentorkwartier
Vrijdag echt heel goed gewerkt!!
Maar....
Demi, Dina, Erwin, Finn en Niek> Engels???
Youri> jij moet nog de woorden onder je foto's zetten.
Straks bij Nederlands moet oefening 2 af zijn, stuur een foto!
Ik verwacht jullie hier weer om 10:45
Slide 2 - Diapositive
Nederlands
We werken vandaag in het boek én op studiemeter.
Eerst opdracht 2 uit het boek bespreken.
blz 60-61
Foto? >
Slide 3 - Diapositive
Studiemeter Nederlands
Boek en studiemeter moeten gelijk lopen.
In het boek zijn we bij thema 2 hoofdstuk 3
Dus volgende week maandag> t/m lezen af in studiemeter!
Boek af tot thema 2, hoofdstuk 3.
Je hebt dus een week de tijd om hieraan te werken.
Ik zet een overzicht in Teams> wat moet je nog doen.
Slide 4 - Diapositive
Spelling & grammatica
Dit moet bijna iedereen nog maken dus een korte herhaling.
Letters en klanken> klinkers/medeklinkers en korte/lange klank.
Lettergrepen.
lidwoorden/zelfstandig naamwoorden.
bijvoeglijk naamwoord.
Slide 5 - Diapositive
klinkers & medeklinkers
a e i o u (y)
b c d f g h j k l m n p q r s t v w x (y) z
Slide 6 - Diapositive
Lange klank/korte klank
kas - kaas
bek- beek
vis - vies
bos - boos
mus - muur
Maar let op! : gapen, eten, koken, sturen
Slide 7 - Diapositive
Lettergrepen
Bos
Bosbes
Bosbessen
Bosbessentaart
Griep - dokter - ziekenhuis - behandeling
Slide 8 - Diapositive
Lidwoorden en het zelfstandig naamwoord
de - het - een
de + het = bepaald lidwoord
een = onbepaald lidwoord
Een woord waar je de/het of een voor kunt zetten noem je= zelfstandig naamwoord. Een woord voor iets of iemand
Slide 9 - Diapositive
Bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord vertelt jou iets over het zelfstandig naamwoord.
Het koekje
Het lekkere koekje - het vieze koekje - het grote koekje - het kleine koekje - het warme koekje - het dunne koekje - het zoete koekje - het zoute koekje - het dure koekje - het roze koekje - het verbrande koekje - het opgegeten koekje.