Les 3 Verslikking/ verstikking en kneuzingen en verstuiking

• Zorg en Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

verslikken                   /verstikken

na deze les:

- weet je wat je moet doen om de eerste blokkade in de luchtwegen op te heffen

- weet je wat rug en buikstoten zijn en hoe je ze moet toepassen

- weet je het verschil tussen verslikken en verstikken

- heb je kunnen ervaren hoe het is om het toe te passen

Verslikking

Een slachtoffer dat zich verslikt, moet hoesten. Er zit dan iets kleins vast in zijn keel.

Verstikking

Een slachtoffer dat zich verstikt, grijpt naar zijn keel. Hij kan geen adem meer kan halen. Er zit dan iets groots vast in zijn keel.

Wat is een complicatie van verslikken?

1. Slijmproductie
2. ontstoken tong
3. longontsteking
4. verschuiving longvliezen

Wat gebeurt er bij verslikken?

1. Er komt voedsel in de luchtpijp
2. Er komt lucht in de slokdarm
3. De huig sluit niet op tijd
4. Er komt maagzuur omhoog

Een lichte verstikking

Wat stel je dan vast?

• Iemand kan nog huilen/praten
• Iemand kan luid hoesten/diep ademhalen

Wat doe je?

• Moedig aan tot hoesten
• Check of ademhaling weer normaal wordt

Ernstige verslikking

Wat stel je vast?

• Iemand kan niet praten/hoesten/ademen (soms piepend)
• Is in paniek en probeert adem te halen
• Verminderd bewustzijn/bewusteloos
• Heeft/krijgt een blauwe gelaatskleur

Ernstige verslikking

Wat doe je bij ineffectieve hoest:

• Roep hulp en beoordeel bewustzijn
• 112 (laten) bellen
• 5 rugslagen en 5 buikstoten blijf afwisselen tot los komt/ambulance arriveert.

Ernstige verslikking

Wat doe je bij verlies van bewustzijn/bewusteloosheid?

• 112 (laten) bellen
• Slachtoffer op de rug leggen
• Start reanimatie

Waarom heeft het geen zin om iemand te laten drinken met verstikking?

1. je kan niet slikken, door je verslikking omdat je geen lucht kan weg slikken
2. Met drinken spoel je alleen de blokkade door slokdarm. de lucht pijp blijft verstopt
3. met drinken los je het juist wel op.
4. Geen van alle antwoorden

Dit kan op verschillende manieren

1. Staande
   
2. In een rolstoel 
3. Op een stoel 

vragen

VRAGEN?