Aussehen

Mondeling Duits
das Aussehen

= het uiterlijk
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Mondeling Duits
das Aussehen

= het uiterlijk

Slide 1 - Diapositive

Waarover gaat het?
Alles rondom
mode, kleding, goed uitzien

Slide 2 - Diapositive

Welche Kleidungs-
stücke kennst du?

Slide 3 - Carte mentale

Maak de vragen bij
de volgende video
over Duitsland en mode

Slide 4 - Diapositive

7

Slide 5 - Vidéo

Einde

Slide 6 - Diapositive

00:48
Wat dragen Duitsers het liefste?
A
sandalen en sokken
B
dirndl en lederhosen
C
kleding die handig is en lekker zit
D
moderne, chique kleren

Slide 7 - Quiz

01:28
Wat wordt gezegd over hoe belangrijk mode voor Duitsers is?
A
ze vinden het saai en gaan niet graag shoppen
B
ze vinden het heel belangrijk, maar kopen alleen als ze geld genoeg hebben
C
ze kopen alleen mode als deze goedkoop is en gaan vaak shoppen

Slide 8 - Quiz

02:21
Waar zijn de reporters?
A
in een kledingfabriek
B
in een mode atelier
C
in een school voor mode design

Slide 9 - Quiz

02:57
Wat voor soort kleding willen de reporters in deze modezaak vinden?
A
de juiste mode om te ontspannen
B
de nieuwste trends
C
de juiste kleding voor alledag
D
de juiste kleding voor op werk

Slide 10 - Quiz

03:29
Wat zegt de expert over de kleding die Nina uitgezocht heeft?
A
ze heeft goed gekozen, maar moet er iets overheen dragen omdat het op werk te veel naakte huid laat zien
B
ze heeft het goed gekozen, het leuk er ook een blazer op te dragen.
C
dit kan echt niet op de werkvloer, het is eerder iets voor een vijf uur borrel

Slide 11 - Quiz

03:48
Die Krawatte ..... wat is dat?
A
de kraag van het overhemd
B
de kraag van het jasje
C
de stropdas

Slide 12 - Quiz

04:41
Wat vind Nina jammer?
A
Dat ze niets moderns op haar werk kan dragen
B
dat ze een laborjas moet dragen en geen zakenkleding
C
Dat ze geen pet heeft om op te zetten

Slide 13 - Quiz