Les 9 De koning en de regering plus extra vragen

• Maatschappijleer
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 5

Doel

Aan het einde van deze les 

Kan je uitleggen wat taken van de koning zijn. 

Weet je waar de regering uit bestaat.

Koning

• Staatshoofd van Koninkrijk der Nederlanden.
• Bijna geen macht, omdat hij zich niet met politieke kwesties mag bemoeien.

Taken van de koning 

• Handtekening zetten onder alle wetten.

• Troonrede voorlezen op prinsjesdag.

• Overleg voeren met de minister-president.

• Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.

• Ministers en staatssecretarissen beëdigen. 

Regering 

• Bestaat uit koning en ministers.

https:

Regeringspartijen 

• VVD, D66, CDA en ChristenUnie.
• Zij leveren ook de leden voor het kabinet.  

Kabinet 

• Bestaat uit ministers en staatssecretarissen.
• Het kabinet-Rutte IV is sinds 10 januari 2022 het Nederlandse kabinet. Het wordt gevormd door de partijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie na de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 en de daaropvolgende kabinetsformatie.  

Taken regering

De regering heeft de bevoegdheid om de wetgeving tot uitvoering te brengen binnen de grenzen van het grondgebied waarover ze die bevoegdheid heeft.

Wat is een taak van de koning van Nederland?

1. De wetten controleren
2. Sporters aanmoedigen
3. Wetten maken
4. Wetten ondertekenen

Wat is een taak van de regering?

1. De wetten controleren
2. De Tweede kamer controleren
3. Wetten maken
4. Wetten ondertekenen

Wie worden er gekozen tijdens de landelijke verkiezingen in Nederland?

1. De koning en koningin
2. De leden van de Tweede Kamer
3. De leden van de Eerste Kamer
4. De ministers

Tijdens de verkiezingen kun je stemmen op?

1. Een politieke partij
2. Een nieuw kabinet
3. Een minister
4. Een burgemeester

Wat is een parlement?

1. Een samenwerking tussen verschillende politieke partijen?
2. Een ruzie tussen verschillende politieke partijen?
3. Alle Kamerleden bij elkaar
4. De regering en Tweede kamer bij elkaar

Wanneer mag je als burger niet stemmen?

1. Als je geen machtiging mee hebt
2. Als je geen ID bewijs mee hebt
3. Als je een uitkering hebt
4. Als je ouder dan 18 jaar bent

Wat heb je tijdens deze les geleerd? Noem twee voorbeelden.

Einde van de les