hfd 2 par 1 t/m 3 Quiz

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

In welke eeuw was de Tijd van Burgers en Stoommachines?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw

Slide 3 - Quiz

Welk samenlevingstype ontstaat in de tijd van burgers en stoommachines?
A
De autarkische samenleving
B
De industriële samenleving
C
De landbouwstedelijke samenleving
D
Samenleving van jagers en verzamelaars

Slide 4 - Quiz

Wat betekent "Industriële Revolutie"?
A
verandering in de manier van denken
B
verandering van manier om met werknemers om te gaan
C
verandering van de manier van produceren
D
grote verandering in korte tijd

Slide 5 - Quiz

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
timer
1:00
1
2
3
4
5
Rijke burgers kochten deze machines en zetten ze in grote fabriekshallen.
Door de uitvinding van de stoommachine komen er verschillende nieuwe machines.
Veel arbeiders trekken naar de stad en gaan werken in de fabrieken.
De meeste mensen werkten op het land en van huisnijverheid.
Vakbonden werden  opgericht om de slechte werkomstandigheden te verbeteren.

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is géén gevolg van de Industriële revolutie?
A
Ontstaan van Krottenwijken in steden
B
Werkeloosheid op het land
C
Aanleg van spoorwegen en kanalen
D
Markten

Slide 7 - Quiz

Een bewering over werken in de fabriek in de 19e eeuw

Het werken in de fabriek was zwaar en gevaarlijk. Toch maakte de regering niet direct wetten met strenge veiligheidsvoorschriften.

A
Deze bewering is juist
B
Deze bewering is onjuist

Slide 8 - Quiz

Een bewering over werken in de fabriek in de 19e eeuw

De werkomstandigheden in de fabriek waren ongezond. Toch lieten werkgevers vooral vrouwen en kinderen in de fabriek werken.
A
Deze bewering is juist
B
Deze bewering is onjuist

Slide 9 - Quiz


Wat was de belangrijkste uitvinding van de industriële revolutie?
A
Cotton Gin
B
Stoommachine
C
James Watt
D
Waterrad

Slide 10 - Quiz

Een stoommachine produceert zelf geen industrieproducten.
A
Deze bewering is juist
B
Deze bewering is onjuist

Slide 11 - Quiz

Versleep de zinnen naar het juiste plaatje.
Links zie je een fabriek en rechts huisnijverheid.
timer
1:00
Mannen, vrouwen en kinderen werken in fabrieken.
Past bij de tijd vóór burgers en stoommachines.
Mannen, vrouwen en kinderen werken vooral in de landbouw.
Past bij de tijd van burgers en stoommachines.
De meeste mensen wonen in grote steden.

De meeste mensen wonen op het platteland.

Slide 12 - Question de remorquage

Maak de goede combinaties.
timer
1:00
Arbeidersbuurt.
Buitenwijk

Fabrieken
Vakbond
Vrouwen en kinderarbeid
smerig en onhygiënisch 
Veel ongelukken 
stakingen
Moesten meewerken.
Fabriekseigenaren en andere rijken.

Slide 13 - Question de remorquage

Past de bron bij het begrip
huisnijverheid of fabrieksarbeid?


timer
1:00

Slide 14 - Question ouverte

Hoe wordt de wet die Kinderarbeid verbood ook wel genoemd?
A
Het Kinderwetje
B
Het Onderwijswetje
C
Het Schoolwetje
D
Het Van Houtenwetje

Slide 15 - Quiz

Wie mochten er eind 19e eeuw stemmen?
A
Alle volwassen mannen
B
Alle volwassenen
C
Rijke volwassen mannen
D
Rijke volwassenen

Slide 16 - Quiz