Het geslacht van de zelfstandige naamwoorden BK

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Leerdoel

Jullie kennen de hoodregels voor het geslacht van zelfstandige naamwoorden en kunnen deze toepassen.

Klasse

1. der
2. die
3. das

Junge

1. die
2. der
3. das

Kind

1. die
2. der
3. das

Mädchen (meisje)

1. das
2. die
3. der

Onkel

1. die
2. der
3. das

Lehrerin

1. der
2. das
3. die

Klassenarbeit

1. das
2. der
3. die

Kater

1. die
2. das
3. der

Opa

1. der
2. die
3. das

Pferd (paard)

1. das
2. die
3. der

Buch (boek)

1. die
2. das
3. der

vrouwelijke personen, dieren en woorden met de uitgang -e, -ung, -heit, -keit, krijgen het lidwoord..

1. ...die
2. ...der
3. ...das

Mannelijke personen en dieren krijgen het lidwoord ...

1. ...das
2. ...die
3. ...der

Nederlandse onzijdige woorden krijgen meestal in het Duits het lidwoord....

1. ...der
2. ...das
3. ...die

Mannelijk: DER

• Mannelijk geslacht (mensen/dieren) : der Mann – der Stier

• Woorden met de uitgang: -er -el : der Computer – der Löffel (lepel)

Vrouwelijk: DIE

• Vrouwelijk geslacht (mensen/dieren) : die Oma – die Kuh

• Woorden met de uitgangen: -ung – heit – keit – schaft – ei : die Richtung – die Freiheit – die Möglichkeit – die Freundschaft – die Bäckerei.

• De meeste woorden die eindigen op een E: die Ente – die Pflanze- die Adresse – die Straße

Onzijdig (het woorden): DAS

• Woorden in het Nederlands HET, vaak in het Duits DAS: das Haus – das Buch – das Kind.

Aufgaben machen

Seite 78: Aufgabe 20-22-23-24-25(K)