Hoofdstuk 4 les 3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

4.3 Hoeken berekenen in een driehoek

Doelen

Je leert vandaag:

• Hoeken berekenen in een driehoek;
• Hoeken berekenen in gelijkbenige en gelijkzijdige driehoeken;
• Hoeken berekenen in een rechthoekige driehoek

Leg de leerlingen uit hoe ze nog eens een hoek opmeten!

Hoek berekenen in een driehoek.

• De hoeken in een driehoek zijn samen 180^o.
• LP + LQ = 65^o + 69^o = 134^o
• LR = 180^o - 134^o = 46^o

Bereken de hoek met het vraagteken

Hoe groot is hoek C?
Noteer ook je berekening

Hoek berekenen in een gelijkbenige driehoek.

• De driehoek is gelijkbenig, dus LL is ook 70^o
• LK + LL = 70^o + 70^o = 140^o
• LM = 180^o - 140^o = 40^o
  
  

Hoek berekenen in een gelijkzijdige driehoek.

• Alle drie de hoeken zijn even groot.
• LP = 180^o : 3 = 60^o

Bereken LR.

Bereken hoek E.
Schrijf je berekening op.

Hoek berekenen in een rechthoekige driehoek.

• In een rechthoekige driehoek zit een rechte hoek.
• Een rechte hoek is altijd 90^o, dus
   LA = 90^o.
• LA + LB = 90^o + 39^o = 129^o
• LC = 180^o - 129^o = 51^o

Bereken de hoeken op het plaatje. Schrijf je berekeningen op

Aan de slag!

Maken 4.3 online en in je lesboek op bladzijde 96 en 97.